07 januari 2010

Wayfaring Stranger



Je houdt in de winkel de deur open voor de vrouw die net achter je loopt. Ze lacht een beetje verlegen en kijkt onmiddellijk weer weg. Je schuift een bank op in de trein, zodat die drie vrouwen bij elkaar kunnen zitten om bij te kletsen. Ze zijn blij en tateren de hele rit luid lachend door. Je houdt de borstel even opzij op het voetpad, zodat de zwarte man voorbij kan. Hij knikt en bedankt je. Je kijkt naar de poetsmevrouw die altijd hier koffie komt halen. Ze lacht en gaat bij het tafeltje in de gang zitten. Je maakt een grapje met de mevrouw aan de kassa. Haar gelaat klaart helemaal op.

Er is iets in dat ene moment. Alsof je het zomaar krijgt. Uit het niets. Alsof het op je wachtte.

En eigenlijk zou je het telkens willen vragen, soms toch. Waar ga je naartoe? Aan wie denk je? Wat heeft je pijn gedaan waardoor je ogen zo triest lijken? Wat zijn je dromen voor dit leven? Wat heb je gedroomd voorbije nacht en was het mooi?

Soms kies je ervoor. Om die dag heel voorzichtig de verhalen aan te raken. Om te zien wat er zal gebeuren. Ze zijn zo dichtbij.

Soms helpt het tegen het falen. Alles waar je tekortschoot. Waar je een ander raakte en het anders had gewild. En hoe je het probeert te helen door de verhalen.

Soms verlang je alleen maar naar zacht. Naar de juiste woorden.

Soms denk je heel even dat je je verontwaardiging kwijt bent, en dat je ergens onderweg moe geworden bent. Tot je dankbaar beseft dat het om de woorden gaat die dag. Dat je niet wilt dat sommige woorden te gemakkelijk gebruikt worden. Dat je zou willen dat er erg behoedzaam, met veel schroom omheen de woorden wordt gegaan, zodat wat daarbinnen stroomt naakt genoeg kan overblijven.

Je hoort een ander vragen of er iets is. Nee, er is niets. Misschien is er zelfs nog niet niets genoeg, denk je heel even. Het glijdt rustig weer weg.

Oefenen in aandacht. In kleine bewegingen. Daar waar je die normaal niet verwacht. En zien wat er dan gebeurt.

Soms is het je lichaam. Je weet wat er nodig zou kunnen zijn. En je kijkt toe.

Soms verwacht je dat er iets zal gebeuren. Je weet dat een stem in jouw richting zal komen. En dan gebeurt het ook.

Je kijkt traag naar de mooie woorden op de kaartjes. Je raakt ze aan. Ze sijpelen rustig binnen in je glimlach. Ze vullen het huis.

Je luistert telkens opnieuw naar dat ene nummer. In verschillende uitvoeringen. Er is een plek daar, waar je graag zou willen zijn.

Je buigt voorzichtig bij het einde van de dag. Je zou het ook niet kunnen doen. Je zou het kunnen laten voorbijgaan. Of je zou dankbaar kunnen zijn, voor weer een dag extra. Misschien gaat het doen vooraf aan het voelen. Als was het een ritueel.

En later, in de nacht al, in een koude kamer. Je doet de oefeningen, zoals elke dag. Het helpt soms, om aan sommige dingen trouw te blijven.

Geen opmerkingen: