20 januari 2010

Verlangen naar zinnen



Het went nooit. Je leest het, en je weet niet wat je moet doen. De zangeres is gestorven aan kanker. Weer een zangeres gestorven aan kanker, enkele weken na die andere. Die is in mijn huis. Deze ook. Of zoiets. Je leest het, en je weet niet wat je moet doen. Ik ken haar niet persoonlijk. Ik heb nooit haar hand geschud. Ben zelfs nooit in haar buurt geweest. Ik heb haar nooit gevraagd een verhaal te vertellen. En toch is ze in mijn huis. Haar stem heeft er al geklonken. Ik heb haar naam gelezen in het boekje bij de plaat.

Je leest dat ze er niet meer is. Of zoiets. Want haar stem is er eigenlijk nog wel. En je zoekt een zin of zinnen. Iets waarin zij aanwezig is. Of meer nog: iets waarin zij aanwezig kan gemaakt worden. Zoeken. De plaat van die andere zangeres, ze kende haar, ze schreef liedjes met haar, en met haar zus. Die andere zangeres, die ik ooit wel zag zingen. Het is alsof ik haar nu moet vragen om iets te vertellen. Vertel me iets over die vrouw die er niet meer is. Of zoiets. Zing een lied dat zij mee gemaakt heeft. Het is een lied dat gaat over leven en dood, zo blijkt.

Zou het een ritueel zijn? Een antwoord op de vraag om heel even het leven te eren? Alsof iemand ergens gevraagd heeft om deemoedig even het hoofd te buigen.

Mevrouw, ik heb u nooit gekend, maar u hebt iets betekend in mijn leven. Ik moest even slikken toen ik uw naam las in het bericht. Misschien wilde u helemaal niet dat mensen ergens ver van waar u was toen u stierf iets zouden doen om aan u te denken. Misschien wilde u geruisloos verdwijnen, zonder dat iemand iets zou zeggen. Het spijt me als ik dat niet kan. Ik heb het ooit beloofd, toen de ziekte die u niet is voorbij gegaan dat bij mij wel deed. Ik heb nochtans nooit mooie liedjes gemaakt. Ik heb mezelf ooit beloofd dat ik al wie in die ziekte zou verdwijnen even bij me zou koesteren. Het is de enige vorm van verzet die me is toegestaan. En soms maak ik mezelf wijs dat de ziekte pas zal winnen als ik dat niet meer doe. Ik zal dus aan u denken vandaag, mevrouw, en ik zoek de muziek en de woorden op van iemand die ook over u praat.

Verlangen naar zinnen. Het kan je overvallen. Je voelt hoe je lichaam verlangt naar die woorden die samen een zin vormen die jou overneemt. Je weet niet hoe die zin zal zijn, je weet wel wat die zin, die je nog niet gezien hebt, met je zal doen. Het zal lijken alsof je ergens aangekomen bent. Daar waar je wilde zijn. Als een plek die ademt. Waar je tegenaan kunt liggen om mee te verglijden in die adem.

Zoeken in de krant naar zinnen die wachten op gevonden worden. Ze zijn er voor jou neergelegd. En ze zijn er. Het zijn zinnen uit een boek, die nu dus door een krant geleend zijn. Maar het zijn dezelfde zinnen, ze zullen het je niet kwalijk nemen dat je hen in de krant voor het eerst zag.

“Het nulpunt is het onzegbare. We zijn het eens, het nulpunt en ik, dat je over het nulpunt zelf niet kunt praten, hoogstens eromheen.”

Je leest het, en je weet het. Dat je er bent.

Het is alsof je ergens binnengaat, schroomvol nog. Je weet dat er nog een zin moet zijn. En dat is ook zo.

“Foto’s zijn gemankeerde daden, verzwegen woorden, verdrongen kussen, verstarde glimlachen en ogen die zich sluiten.”

Het is genoeg voor een traan.

De zin komt uit een boek waarin de laatste foto aan de orde is. In het boek krijgt iemand te horen dat hij nog maar één foto over heeft. Een allerlaatste foto. Stelt dat je het zou weten. Dat je nog maar één foto te maken hebt. Hoe zou ze zijn? Het maakt je even onrustig. Even ben je bang dat je de verkeerde keuze zou maken, als het moment daar zou zijn. Je weet niet wat er op die foto zal staan die de laatste foto zal worden. Maar je weet wel wat die foto met je zal doen, je weet dat je ze zult herkennen als het moment daar is. Vooraf weet je niets, je weet alleen dat je achteraf zeker zult zijn dat de foto de goede foto is, als ze er ligt. In al haar ongrijpbaarheid wacht die foto dus ergens al op jou.

Misschien is het dat wat zangers en zangeressen doen. Het verlangen naar zinnen, het verlangen naar de laatste foto toelaten en ongemerkt in jouw handen leggen.

Geen opmerkingen: