08 januari 2011

Olivia

Ik zag haar zitten aan het onthaal. Ze zat wat doelloos voor zich uit te staren. Op het scherm van haar laptop was een lichtjes tot droefheid stemmend spel patience te zien. Om haar schouders had ze een brede sjaal geslagen. Ze heette Olivia, zo bleek.

‘Ik moet hier blijven zitten de hele avond, en veel mensen vinden het blijkbaar normaal om de deur lang open te laten staan. Maar voor mij is het wel koud elke keer. En ik warm al zo moeilijk op deze dagen.’

Of er dan iets speciaals was gebeurd of zo, wilde ik weten. En ze vertelde me over haar vriendje, of beter haar ex-vriendje. Giorgio, zo heette hij. Op nieuwjaarsdag had hij haar in de steek gelaten.

‘Weet je, zwaar doorzakken op oudjaar, dat is niet zo mijn ding. Eigenlijk wil ik het liefst met die donkere dagen in de zetel kruipen, onder een dekentje, en dan tranerige films kijken. En dan zo iemand die tegen je aan komt zitten, en zijn arm om je heen slaat, of je helemaal omringt als het ware, zodat je lekker warm hebt, en je helemaal veilig voelt. Maar Giorgio heeft dat soort dingen nooit echt graag gedaan.’

Giorgio, zo zei ze, was eigenlijk wel een goede jongen, maar hij voelde zich wat onzeker. In de loop der jaren was hij zich steeds vaker als een mannetje gaan gedragen.

‘Hij deed alsof hij een echte macho was. Nu ja, al die macho’s doen alsof ze iets zijn, een macho dus. Op mij maakt het nooit veel indruk, integendeel. Misschien dat hij daar wat zenuwachtig van werd, ik weet het niet. Met die sneeuw van de voorbije weken was het weer van dat. Hij begon er weer over dat we eigenlijk een 4x4 hadden moeten kopen. Dat zou nu erg goed van pas gekomen zijn, volgens hem. Als ik dan vroeg waarvoor, dan kon hij er niet echt op antwoorden. Hij begon ook al vanaf het ontbijt in een zwarte zonnebril in huis rond te lopen, want dat was cool. En dan nog de hele dag rondbazuinen hoe geweldig de NVA wel is, want dat waren toch echte mannen. Heb je die gasten al eens bekeken? Ik weet het toch niet zo goed.’

Bij het kerstfeest was het al een beetje fout beginnen gaan. De mama van Olivia had heel lekker gekookt, allemaal recepten die ze had leren kennen in de cursus vegetarisch koken die ze volgde. Giorgio zat de hele tijd te zagen omdat hij geen vlees kreeg. Allemaal een beetje voorspelbaar, en doorzichtig volgens Olivia.

‘Het is zo dat Giorgio om een of andere reden schrik heeft van broccoli. Het moet te maken hebben met een jeugdtrauma of zo, ik weet het niet. Maar zodra hij broccoli ziet, wordt hij heel zenuwachtig. Mijn mama had een heerlijke groentetaart gebakken, en hij was bang dat er ergens broccoli in zou zitten, dus begon hij maar te zagen over het vlees dat er niet was. Flauw allemaal. En vroeger zou hij dat nooit gedaan hebben, hij kon trouwens altijd goed opschieten met mijn moeder.’

Het was de voorbije maanden al af en toe moeilijk geweest sinds hij een nieuwe baas kreeg op het werk. Een vrouw. Dat zag hij blijkbaar niet zitten.

‘Hij begon ineens te praten over dingen die zij had gezegd of gedaan, en die tegen zijn eergevoel in gingen. Eergevoel? Dat woord had hij nog nooit gebruikt. Ik weet nog altijd niet goed wat hij daar juist mee bedoelde, maar hij voelde zich blijkbaar vernederd of zo. Hij zei dat de Jean-Pierre, zijn collega, er ook zo over dacht. Het had al lang genoeg geduurd allemaal. Wat er dan zo lang duurde, kon hij niet zo goed zeggen.’

In elk geval, met oudjaar de hele avond gezellig thuis blijven, daar had Giorgio geen zin in. Ze hadden nog wel samen gegeten. Olivia had voor hem blinde vinken gemaakt, dat at hij altijd graag. Maar veel had hij niet gezegd. Om half twaalf was hij vertrokken, hij wilde naar het vuurwerk gaan.

‘Vuurwerk, dat is echt mijn ding niet. Ik heb er schrik van. Maar ik vond het niet zo erg dat Giorgio wel ging kijken. Ik wist dat hij lang weg zou blijven, dus ik ben vroeg gaan slapen. En toen ik ’s morgens opstond, was hij nog altijd niet thuis. Tegen de middag kwam hij erdoor, en zei hij me dat hij bij het vuurwerk de vrouw van zijn leven had leren kennen. Ene Wendy. Wendy had wel respect voor hem, zij was tenminste wel een echte vrouw. En hij was weg.’

Voorzichtig vroeg ik haar hoe het nu ging, en of het misschien toch niet beter was zonder Giorgio.

‘Ja, eigenlijk wel, dat moet ik bekennen. Al is het soms wel heel stil en leeg in huis. Ik heb al zijn spullen al bij elkaar gezet, hij moet ze maar komen halen. Ik heb van de week al drie keer broccoli gemaakt. Lekker. Eigenlijk kan ik nu doen wat ik wil, alleen weet ik nog niet zo goed hoe ik dat moet doen, denk ik. Maar het komt wel in orde. Zeker als de mensen die deuren dicht zouden doen.’

Ik ben een glas champagne voor haar gaan halen, en gaf haar nog een afscheidskus voor ik doorging. En ik lette er goed op dat de deur goed dicht was. Ze wuifde nog even naar me, en draaide zich daarna weer naar haar laptop.

Geen opmerkingen: