07 december 2012

De deuken


De blinde mevrouw staat te draaien in de buurt van het busstation. Ze probeert zich te oriënteren, tast de stenen af, luistert naar de geluiden. Misschien zijn we wel allemaal een beetje verloren. De weg kwijt. Of nog niet gevonden. Iemand is je net voor om haar te helpen.

De omroepberichten in het station. Merkwaardig wat een gamma aan verklaringen voor weer eens een vertraging. Soms moet je hard nadenken. Door het drukke treinverkeer heeft de trein vertraging. Je weet niet waarom, maar het lijkt alsof er iets niet klopt aan die verklaring. Zijn er dan ineens stiekem allerlei treinen op de sporen geslopen die nog niet voorzien waren in de uurregeling? Als ze nu zouden zeggen door het drukke verkeer van laag hangende zeppelins heeft de trein vertraging, dan zou dat kunnen kloppen. Of zoiets.

Tijdens de koffiepauze van de conferentie. Je ziet de mevrouw die je vorige week nog een mail stuurde. Zou je haar durven aanspreken om te vragen of ze die presentaties al heeft die je nodig hebt? Hoe doe je dat vlot en soepel, en in het Engels? Alsof je een volleerde en ervaren koffiepauzebenutter tijdens conferenties bent?

Een lijf met deuken. Misschien zou je dat een authentiek lijf kunnen noemen. Heel erg helpt die gedachte nog niet. Het blijft je soms verbazen hoe vindingrijk pijn kan zijn.

In je droom dans je met haar. Zo merk je bij het wakker worden. Je zou het haar eigenlijk meteen moeten vertellen. Je doet het maar niet.

Soms, als je moe bent, is het alsof die woorden in het Frans moeilijker komen. Zouden die dan in een kamertje apart zitten ergens? Met een deur die ook dicht kan gaan?

Na de vergadering terug de trein op naar huis, nog een lange rit. Je lijkt zo gevoelig voor de trillingen. Het is alsof ze je zouden kunnen bevrijden van iets. Het stuk naar huis stappen lijkt zwaarder dan anders. Alsof je de onderdelen van je lichaam voelt, hoe ze losjes aan elkaar hangen. Je zou zo graag thuis willen zijn, maar je hebt nog een heel stuk te gaan. Thuis kun je alleen maar liggen. Die beweging, zou men dat kronkelen van de pijn noemen? Gelukkig ziet niemand je. Later in bed is het alsof je binnen, ergens in je buik, helemaal koud bent geworden. Alsof het eeuwen zou kunnen duren eer je weer warm bent. De tranen schokken zich eruit. Je levert jezelf uit aan de slaap.

Al die mooie jonge mensen die je ziet voorbijlopen, in hun dunne kleren. Dat zal wel heel cool zijn. Maar zou het ook niet heel erg koel zijn? Of beschikken zij over allerlei onzichtbare warmtereserves die jij niet hebt?

Iemand die je iets zou willen vertellen. Of toch maar niet.

In het journaal: minutenlange berichtgeving over de grote verkeerschaos die er niet gekomen is door de eerste sneeuw. Het is altijd fijn om te zien hoe de journaliste haar dochter aan de bus afzet, zij het aan een andere bushalte dan anders. De heroïsche queeste die er niet is gekomen, dat is dus ook al nieuws. Misschien moet men vanaf nu ook elke dag de vulkanen in ons land vermelden die ook die dag niet zijn uitgebarsten. Is ook zeer informatief.

Iets met een vleugje gospel, dat mag wel nu. Iets over overgave. Alleen al maar het idee. Heel even. Zo lang het liedje duurt. Zou het ook mogelijk zijn te geloven dat die deuken dan ook weer weggaan? Dat je uitgedeukt kunt worden. Dat is wel een mooie gedachte.

Geen opmerkingen: