16 december 2012

Uit de tijd vallen


“Als we erheen gaan, is er een daar.” Het is een cruciale zin uit Uit de tijd vallen, het nieuwste boek van de Israëlische schrijver David Grossman. In dat boek probeert de auteur het onmogelijke te doen: woorden vinden voor het onzegbare, verwoorden wat het betekent om een kind te verliezen. En hij doet het op indrukwekkende wijze. Zonder sentiment, zonder grote gebaren. Het boek is integendeel een vorm van afstand nemen om dichterbij te kunnen komen. En daarin is het hartverscheurend mooi.

Daar, dat is de plek waar je je dode geliefde kind terug zou kunnen zien. Een keer nog. Daar is de plek die er niet kan zijn, en als ze er was, zou het een plek zijn vanwaar je niet meer kunt terugkeren. Naar daar willen gaan, is willen doen wat niet kan. Het is ook een groot risico, want door er naartoe te gaan, moet je misschien erkennen dat die daar die je zou willen onmogelijk is, en daarmee moet je ook de dood van je kind finaal erkennen. “Als we erheen gaan, is er een daar.” Je kunt het op verschillende manieren lezen. Als de onstilbare drang om minstens het onmogelijke te proberen. Als de overtuiging dat er een daar kan zijn, omdat jij wilt dat het er is. Of als het inzicht dat het daar in het gaan zit, in het onderweg zijn. Misschien is de tekst die het onverwoordbare verwoordt nooit te bereiken, maar het verwoorden is op zich die tekst.

Het boek begint bij een man en een vrouw die aan een tafel zitten, na het avondeten. De man staat op, en zegt te vertrekken naar daar, om hun dode zoon nog een keer te zien. Vijf jaar hebben ze het verdriet verzwegen. Nu kan hij niet anders dan vertrekken. Door die stap komt er een gesprek tussen beide ouders. De vrouw gaat niet mee. Volgens haar is er geen daar. Ze is bang ook nog haar man te verliezen. Maar hij vertrekt toch.

Hij gaat op weg. En in de loop van het boek sluiten meer mensen zich bij hem aan. Evenzoveel stemmen, evenzoveel mensen die verscheurd worden door hun verdriet om een verloren kind. Het wordt een stoet, met omtrekkende bewegingen, steeds opnieuw, als een ritueel van wanhoop. We zien onder meer de stadschroniqueur, een hertog, een rekenonderwijzer, een ‘nettenboetster’, een vroedvrouw, een schoenmaker en de ‘centaur’. In het boek komen de stemmen afzonderlijk aan bod, bijna als in een toneelstuk. Het is een verbrokkelde en onvindbare eenheid van zoveel aspecten van het verscheurende rouwproces. De eindeloze en niet te stuiten stroom aan vragen die door de lichamen van de radeloze ouders jagen. Ze laten zich voelen in die afzonderlijke stemmen.

De stadschroniqueur en de centaur zijn schrijvers. De eerste moet op vraag van de hertog alles min of meer objectief rapporteren wat er gebeurt (met uitschakeling van zijn eigen verhaal), de tweede probeert al jaren vruchteloos weer woorden op papier te krijgen. Ze verbeelden op hun manier het onmogelijke en tegelijk onvermijdelijke van het schrijven.

En ondertussen gaat de stoet verder. De personages en hun stoet zorgen voor sterke, bijna archetypische beelden. Uiteindelijk komen ze aan de plaats waar de grens is tussen hier en daar. Zullen ze met hun steeds herhaalde rondgang ook deze muren van Jericho kunnen doen vallen?

Grossman heeft voor zijn boek een heel eigen vorm gekozen. Het is een soort mengeling tussen proza, toneel en poëzie. Sommige stukken zijn doorlopende tekst, andere lijken meer op gedichten. Soms worden stukken heel intiem en stil beschreven, soms is het meer theatraal, met uitspraken waarop als door een Grieks koor wordt gereageerd.

Enerzijds is er die speciale vorm. Anderzijds voel je hoe de hele tekst sterk uitgepuurd is, ingedikt, waardoor alles wat sentimenteel of te ‘groot’ zou kunnen zijn is weggezuiverd. En die combinatie zorgt voor een heel speciale leeservaring. Het is alsof de auteur bewust een soort distantie wilde creëren. Bij een eerste lezing is het soms ook alsof je niet helemaal in het boek geraakt. Maar dan zie je keer op keer stukjes die zich langzaam openen, waarin je achter een buitenlaag veel voelt bewegen. Net door die afstand wordt de onderhuidse wanhoop van al die vaders en moeders sterker, omdat je je nooit kunt verliezen in sentiment. Als je traag sommige stukjes opnieuw en opnieuw leest, wordt het bijna ondraaglijk, telkens weer.

Soms zou je willen dat de letters in het boek groter zouden zijn, soms zou je willen dat je er een stem bij hoort. Het is merkwaardig hoe je heel sterke beelden krijgt bij al die dolende figuren, op de rand van hun eigen waanzin, en tegelijk het gevoel krijgt dat die beelden op een bepaalde manier leeg zijn, leeg vanbinnen dan. Je krijgt weinig details. Maar en toe krijg je dan in de woorden ineens heel zinnelijke aanwijzingen, over geuren of de huid of het onderdrukte verlangen naar samensmelting in verdriet. Soms is het alsof je naar een intense film kijkt, maar zonder muziek.

Grossman heeft niet het verhaal verteld van zijn eigen zoon die stierf. Hij heeft ook niet zijn eigen verhaal als vader verteld. Hij heeft iets verteld over het peilloze en onvatbare verdriet van al wie in zo’n situatie terechtkomt. En daarvoor moest hij de drempel van de woorden nemen. Er wordt in het hele verhaal gevochten met woorden. Er is veel zwijgen na het niet te begrijpen verlies. Maar je kunt ook stikken in zwijgen. Proberen te verwoorden is proberen naar daar te gaan. Tegelijk zou je de woorden willen uitroeien die de dood benoemen, alsof je de werkelijkheid ongedaan zou kunnen maken door de woorden te wissen. Het niet te meten verdriet leidt tot een versplintering van allerlei gevoelens, allerlei stemmen die eindeloos door elkaar roepen in je hoofd. Is de ‘echte’ weergave van het verdriet het uitspreiden van die chaos, of is de enige uitweg het verhaal? Bij het einde van het boek is er het bevrijdende en tegelijk hartbrekende besef dat je woorden kunt vinden om te zeggen wat niet gezegd kan worden.

Met Uit de tijd vallen heeft David Grossman een indrukwekkende evenwichtsoefening uitgevoerd. Het boek neemt een zekere afstand om dichtbij te komen. Als lezer moet je dicht bij de stoet van radeloze ouders en dus ook dicht bij de tekst komen om het niet te vatten verdriet te voelen dat zij zo graag op afstand zouden willen kunnen houden. Als je regelmatig even halt houdt om traag te lezen, en vooral te luisteren naar wat er net achter de woorden schuilt, dan kun je niet anders dan heel erg getroffen worden door dit heel bijzonder boek.

Geen opmerkingen: