01 december 2012

Kun je niemand zijn


Het boek dat je aan het lezen bent. De jongen wordt elke ochtend wakker in een ander lichaam. Hij neemt een leven over, voor een dag. En trekt dan weer verder, als het ware. Het gaat zoals het gaat. Tot hij verliefd wordt op een meisje. Hoe doe je dat? Met elke dag een ander lichaam toch blijven bij die ene?

Hoe zou het zijn? Het is niet zoals je vroeger soms fantaseerde. Onzichtbaar zijn, en dan eender welk leven binnenwandelen. Die fantasie had misschien meer te maken met dingen zien die je zomaar niet te zien krijgt als jongen.

Je komt in het lichaam van een ander. Je kunt de geschiedenis van dat lichaam wel snel even ‘opzoeken’ in het geheugen, maar dat is het dan ook.

Hoe zou het zijn? De verhoudingen van een ander lichaam voelen. De verlangens, de littekens, het genot, de pijn. Het kijken naar anderen vanuit een ander lichaam. Bekeken worden in dat andere lichaam. Aangesproken worden als deel van een geschiedenis die je nog niet kende.

De zwaarte van de tijd. Hoe zou je die voelen in een ander lichaam?

Je kunt wel en niet aan je eigen lichaam ontsnappen. Je kunt jezelf observeren. Kijken naar je bewegingen, alsof je buiten jezelf stond. Je kunt kijken naar hoe je reageert in die of die situatie. Je kunt vanuit de verhalen van anderen naar jezelf kijken. En soms is het alsof je hoofd een eigen leven leidt, zonder de zwaartekracht van dat lijf, bijna bevrijd.

En tegelijk kan het niet. Alles wat je ziet, is op een bepaalde manier ‘gelichaamd’. Niet alleen door hoe lang of kort je bent of door de kwaliteit van je ogen. Je kunt nooit helemaal geschiedenis- of littekenloos naar de anderen kijken. Alles wat je meemaakte, het is ergens in dat lichaam. Het kan gestolde pijn zijn, het kan verworven mildheid zijn. Je kijkt nooit onbevangen. Waarom – bv. in de veronderstelling dat je een heteroseksuele man bent – zul je uit tien willekeurige vrouwen net bij die drie even blijven hangen met je ogen, met je neus, met je buik? Dat heeft ook met de archeologie van je eigen lichaam te maken.

Soms voelt de tijd aan als een zware jas, door regen doorweekt. Het is alsof je die jas in je huid draagt. In je fantasie kun je die jas afleggen, denk je. Als je er verder over doordenkt, is het toch weer anders. Misschien hoort het bij een vorm van ouderdom. Maar op een bepaald moment zou het afleggen van die jas niet betekenen dat je gewoon naakt bent. Je bent als het ware voorbij dat naakt. Dichter bij het skelet dan bij de huidrand.

Het idee dat iemand anders die jas aan zou moeten doen, het lijkt een beschamende gedachte. Je bent bang dat die te zwaar zou kunnen zijn. En tegelijk zou het een verfrissend gevoel zijn om in dat dragende lichaam, binnen in die humus, ineens een ander vuur of een andere adem te voelen. Als een soort spirituele stofzuiger.

En hoe zou het zijn als jij die adem zou zijn in een ander lichaam? Zou het lijken alsof tijd een soort artritis is, en zou je dan die gewrichten met die nieuwe adem weer een beetje los kunnen maken?

Ben je trouwens in jezelf wel minder op de dool? Uur na uur voelt je lichaam anders aan. Het ene moment ben je nog gedreven door dat boeiende gesprek, waardoor je anders beweegt, en waardoor de mensen en de huizen er anders uitzien. Het andere moment heb je net een middagdutje gedaan, waardoor je lijf in een ander ritme terecht is gekomen. Diezelfde stad, diezelfde mensen, ze lijken ineens zo ver weg, een beetje beangstigend zelfs. Het is alsof je dieper in je eigen lichaam gezogen wordt. En wat er in je hoofd gebeurt, het is ook veel meer fluïde dan je zou willen. Je bent nooit als een stevige boom, je bent meestal een kruispunt van allerlei tegengestelde krachten. Enkel in het verhaal dat je over jezelf vertelt, ben je ‘iemand’.

Misschien kun je af en toe naar jezelf kijken als iemand die elke dag, elk uur in een ander lichaam zit, in een ander iemand. Misschien kun je naar jezelf kijken zoals je naar de rivier kijkt. Misschien kan het je verzoenen met hoe je aan jezelf ontsnapt, soms. Misschien kun je zo af en toe heel even je niemand zien, wat het gemakkelijker maakt om daarna weer iemand te zijn.

Geen opmerkingen: