25 mei 2013

Momenten van lichte aarzeling

Je wordt verwacht op een afscheidsfeestje van een vriendin. Je wilt er heel graag bij zijn, om haar nog even te zien, voor ze binnenkort zal vertrekken, naar over de oceaan. En toch aarzel je even. Het slaaptekort waart door je hoofd. Je moet je door de namiddag slepen, helemaal alleen op het werk. Je zou ook wel een middagdut willen, eigenlijk. (De gedachte deed de ronde, ergens in het universum.) En al die andere mensen die er zullen zijn. Misschien heb je wel helemaal niets te vertellen dat in de categorie spontaan zou kunnen vallen. Misschien zul je snel weer weg willen. Om daar dan – stiekem een beetje trots – vast te stellen dat je toch wel een verhaal hebt. En dat het ook dit keer wel weer meevalt.

Misschien moet je het gewoon helemaal van je af laten glijden. Maar het lukt niet echt volledig. De wetendheid waarmee anderen soms meningen hebben over wat zal zijn, wat zou moeten zijn. Terwijl iets in jou denkt: kunnen we niet even hier en nu blijven, en voorzichtig spreken, en het niet weten? Misschien zou je een soort trage dankbaarheid willen kunnen horen. Een vorm van even bij het moment blijven, en het hoofd buigen. Nog niet onmiddellijk naar het volgende gaan. Zou je er iets van moeten zeggen? Je aarzelt. Waarschijnlijk is het alleen voor jou zo, zoals zo vaak. Misschien is het een vorm van ouder worden, jouw vorm.

Je stuurt een berichtje, je leest een berichtje. Je was al een hele tijd aan het aarzelen. Of je dat wel zou doen. En nu aarzel je nog steeds. Zou je haar nu ook even gaan zoeken? Even maar natuurlijk. Haar verrassen. Misschien zal zij dat wel helemaal niet leuk vinden. Misschien is het alleen omdat jij niet kunt wachten. (Dat zij het ook zou willen, komt niet in je op, blijkbaar.) Misschien is de zomaar nabijheid, daar ergens, terwijl jij hier bent, te moeilijk om te dragen. Je doet het toch maar.

Zou je die brief ook nog schrijven? Alsof je jezelf elke keer een klein beetje over een lijn duwt. Om dingen te zeggen die pas duidelijk worden als de woorden er staan. Duidelijk hoe onduidelijk ze zijn. Duidelijk hoe onbeholpen je bent. Het zal nog meer opvallen, alles. En toch zegt iets dat je het moet doen, dat het niet anders kan. Bij het begin van de brief is je lijf zoals altijd een beetje onrustig. Soms lijk je geen controle te hebben over je hand, en zie je hoe die woorden raar uit je pen komen. Als je erop begint te letten, lijkt je handschrift alle kanten uit te gaan. En je zou willen dat het anders was, op dat moment.

Die kleine plantjes zouden in iets grotere potjes moeten. Als een tussenfase naar nog grotere potten. Waar ze dan in zullen blijven, om echt te groeien, om vruchten te dragen. En iets wil je dit doen uitstellen. Alsof je het niet zou kunnen. Alsof het niet zomaar zou kunnen, hier, bij jou, dat uit die kleine plantjes grote planten zullen komen. Alsof je handen iets zullen breken, gewoon door het aan te raken. Alsof iets moet bevestigd worden. (Je zou alleen niet weten waarom.)

In je hoofd zit je te oefenen, terwijl je daar in de wachtkamer zit. Hoe je het zult zeggen. In welke volgorde je de zinnen zult zetten. Alsof je zeker zou willen zijn dat je de dingen zult zeggen, waardoor ze gezegd zijn, vooraleer een vormeloosheid zich zou kunnen aandienen, waardoor de woorden alle richtingen uit zouden gaan. Misschien zal alles verdwijnen, als je daar binnen zult zitten, en zul je aan deze kant van de woorden vastgezogen worden in het niets kunnen zeggen. Misschien zul je merken dat alles gewoon op zijn plaats valt, door het zeggen alleen. Misschien zullen de woorden zich rustig neerleggen op je huid, en zul je beseffen dat de woorden het al wisten.

Twee kleine meisjes op de draaimolen. Het ene meisje beweegt de hele tijd, kijkt alle kanten uit, trapt heftig op het fietsje. Het andere meisje zit als een boeddha achterin het busje, helemaal in eenklank met de dingen, zo lijkt het wel. Zou je blijven staan kijken? Zou je even roepen? Zou je even wuiven? Je wilt het allemaal wel, maar je aarzelt. Wie ben je eigenlijk? Je stuurt een berichtje. Je leest een berichtje. Je wuift toch maar even. En kijkt verder van op een afstandje. Je gaat weg, en je komt weer terug. Om te kijken.

Geen opmerkingen: