19 mei 2013

Twee taarten

Misschien beweegt het leven tussen twee taarten.

Je begint eraan met enige vorm van lichte zenuwachtigheid. Van die taart zou wel eens veel kunnen afhangen, zo is je meegedeeld. Een frangipanetaart. Het woord blijft je fascineren, trouwens. Je hebt de indruk dat die baktijd in het recept niet helemaal klopt. Je haalt de taart er voor alle zekerheid vijf minuten later uit, en test. Terug in de oven, uiteindelijk voor dubbel zo lang als in het recept stond. Hoe je toch altijd even in de war kunt zijn als zo’n recept niet klopt. En dan de glazuurverwarring. In je hoofd allerlei interessante gesprekken, waar gelukkig niemand iets van merkt. Zoals: als die glazuur niet hard wordt in dat schaaltje, waarom zou dat dan wel gebeuren op de taart? En moet je dan toch niet die glazuur er voor alle zekerheid op doen terwijl de taart nog een beetje warm is? Iets wat natuurlijk onmiddellijk zal worden opgemerkt later door de geadresseerde van de taart. Wat uiteindelijk toch niet als een fatale fout wordt aangerekend.

(Een van de leuke dingen van een taart maken is hoe je handen later naar boter ruiken.)

Lijstjes in je hoofd. Alle boodschappen die je in een voormiddag zou moeten doen. Hoe je uiteindelijk al die exotische dingen bij hebt, en toch gewoon een fles melk vergeet.

Even op en neer om dat verjaardagscadeau weg te brengen. Een nieuwe techniek uitproberen om die helling op te rijden. Met die fiets. Trager. Niet proberen eerst snelheid te maken en zo zo ver mogelijk te komen. Trager beginnen, maar gewoon doorgaan. Je hijgt iets minder wanneer je boven komt.

Of er voordelen zijn aan kort zijn. In die attractie op het plein, bij de heer Jezus, denk je dat er zeker voordelen zijn aan kort zijn. Voor het uit dit leven vallen. Voor het herboren worden maakt het gelukkig weinig verschil.

Het horloge valt in etappes stil. De batterij zal waarschijnlijk bijna op zijn. Maar ze heeft nog geen zin om er echt mee te stoppen. Voor de derde keer lijkt een reanimatie mogelijk. Al zou het kunnen dat de tijd je dit keer begint te ontglippen.

Iets in die foto’s maakt je verdrietig. Je kunt niet goed uitleggen wat het is, je weet het zelf niet zo goed, vandaar.

En dat je eigenlijk ook nog het hele huis ging poetsen. Even. En dat in het kader van het multitaskingkampioenschap. Derde provinciaal. Eigenlijk toch iets te ambitieus. Gelukkig zijn de lakens ververst.

Je legt uit aan de mevrouw aan de kassa dat je twee taarten gaat bakken. Als je haar zegt voor wie de frangipanetaart is, begint zij te blozen. Hier klopt iets niet. Misschien gewoon een groot hart.

Airén. Zou dat een druivensoort zijn? Ja dus. Een Spaanse, die alleen in dat land voorkomt. Je vond ze niet in de kruidtuin. Misschien was je afgeleid. Of nog niet voor 101% wakker.

Op een zondagochtend (nou ja, ochtend) heb je altijd zin om mee te zingen met het Oster Oratorium van Bach, zo stel je weer vast. Zingen van het tegelijk mee dirigerende type.

Dat je eigenlijk nog geen liedjes met de gitaar voor haar hebt gezongen, besef je ineens. Iets voor een of ander lijstje. Dat je ervoor moet zorgen dat die lijstjes nooit uitgeput zullen raken, besef je tegelijk. Ze moeten dus van het zelfrijzende type zijn.

De frangipanetaart loopt lekker weg, zo blijkt. Ergens naartoe.

De tweede taart. Een tarte tatin. Met ahornsiroop. Dat staat er in het groot bij in het kookboek. (Terwijl je bezig bent, weet je al dat straks je handen weer naar boter zullen ruiken.) Opnieuw allerlei interessante gesprekken in je hoofd. Over hoe je die taart zult omdraaien straks, en vooral waarop. Je hebt eigenlijk geen schaal die net groot genoeg is. En als je dat bord neemt, zal de taart in het midden een klein beetje afdalen, tegenover de rand. Ongetwijfeld zul je daarvoor door de taartenpolitie worden gevierendeeld. Minstens. Die taart moest, volgens de opdrachtgeefster trouwens dan weer volstaan voor 8 personen, ze moet geachtendeeld worden. Volgens het recept klopt het. Visueel ziet ze er echter even groot uit als de frangipanetaart, die volgens het recept voor vier personen is. (Heeft misschien iets met de eeuwige liefde te maken, of zoiets.) (Hoe komt het trouwens dat dat vershoudfolie bij anderen altijd wel plakt waar het moet plakken, en bij jou nooit? Ligt dat aan de aardstralen? Aan je saaiheid kan het niet liggen, of toch? Ook derde provinciaal, trouwens.)

Geen opmerkingen: