11 juli 2013

Maigret


Via een vraag van je oom was hij ineens weer daar. Commissaris Maigret. Of beter: de boeken van Georges Simenon over commissaris Maigret. En zo was je vader er ook weer.

Hij was, wat je noemt, een trouwe levensgezel van je vader. De commissaris.

De boekjes. Die pockets. Met die mooie omslagen van Dick Bruna. Verder een beetje bruinig van papier. Maar dat paste perfect bij de wat bruinige sfeer in de verhalen van Maigret.

Om een of andere reden waren de verhalen minder mooi als ze in een ander formaat van boek stonden. Het moesten die pockets zijn.

Zo ver je je kunt herinneren, zie je je vader in die specifieke houding zitten lezen. In Maigret. Zeker tijdens de vakanties.

En anderen lazen ze ook. Jij hebt ze bijna allemaal gelezen, waarschijnlijk. Je grootmoeder, zijn moeder, las ze ook. En nu je oom dus ook.

Het opbouwen van de collectie. Dat was jaren werk. Georganiseerd werk. Vader en zoon hadden steeds lijstjes op zak, van de nog gezochte boekjes. Elke tweedehandswinkel van boeken kon ze zomaar op het schap hebben staan. Op den duur wist je al van alle winkels waar ze stonden. Je kon er zo naartoe lopen. En het plezier van het vinden. (Toch wel liefst met zo’n mooi omslag.)

En toen je ooit in Parijs was, was je in de stad van Maigret. Daar was dus de Quai des Orfèvres. Daar liepen al die mensen zomaar rond.

Hoe zat het nu weer juist. Je had er een discussie over met je oom. In je herinnering ging Maigret in dat café steeds worstjes eten. Met een glas bier. Om een of andere reden maakte dat indruk.

Je zou het eigenlijk even moeten kunnen navragen bij je vader. Hoe dat zat met die worstjes. Maar dat gaat dus niet meer, besef je ineens weer.

Die boekenkast daar. In de hoek van de kamer. Daar stonden ze allemaal. Netjes op een rijtje. Volgens je herinnering was de collectie volledig, uiteindelijk. En als het niet zo was in het echt, dan is het in je herinnering nog altijd wel zo.

Met een beetje doorlezen kon je tijdens enkele dagen vakantie al een heus stapeltje van die boekjes aan. Je denkt terug aan een vakantie ergens in Bretagne. Je ziet nog de kamers, boven in het huis, waar jullie toen waren. Uitzicht op een pleintje. Jij bleef met je vader ’s avonds nog wat langer lezen. En op zo’n avond, hoorde je ineens in het nieuws – want de radio met de programma’s van thuis was er altijd bij natuurlijk – dat Elvis was gestorven. Ongetwijfeld was je net Maigret aan het lezen op dat moment.

En iets met de geur van die boekjes. Die ging over in de geur van de verhalen.

Je zag ook heel wat van de verfilmingen. En toch. Het was nooit helemaal zoals in de boeken. Al zou je niet kunnen uitleggen waarom.

Het zou niet zo moeilijk voor je zijn. Op dezelfde manier in een stoel gaan zitten, met zo’n boekje. Zoals hij daar zat. In je herinnering zit hij daar met dat ene hemd, met blauwe en rode ruiten, en korte mouwen. Ook die wat wittige armen die jij hebt.

Je zult een stapeltje boekjes gaan halen voor je oom. (Viel het je weer op dat hij soms op je vader lijkt, een klein beetje?)

Misschien zullen je handen een beetje trillen, met die boekjes. Ze zijn er nog allemaal. Ze blijven. En toch kun je niet terug, naar hoe ze waren, toen.

En misschien zou je wel heel even terug willen. Alleen is het alleen maar naar het beeld. Van hoe hij daar zit te lezen.

En ook om nog even te vragen hoe dat nu juist zat met die worstjes. Dat ook natuurlijk.

Geen opmerkingen: