21 maart 2020

Gedachten 4

Je best doen om goede voornemens uit te voeren. Sommige dingen lukken wel.

Op hetzelfde uur als elke week, telkens net iets te vroeg, bij dezelfde winkel aankomen voor de boodschappen. Na al die jaren ben je er nog steeds niet in geslaagd de afstand van thuis tot die winkel in minuten correct in te schatten. Vaak sta je thuis al wat te draaien in de kamer en vertrek je dan toch maar. Om dan weer te vroeg daar te zijn. De twee mevrouwen in de winkel zwaaien je al toe. Misschien zijn ze wel blij jou te zien. Je kijkt nog even achter je, voor alle zekerheid. (En het goede nieuws is dat je dit keer het waspoeder niet vergeet. Een extra voorraad chocolade daarentegen.)

Via gespecialiseerde bijdragen op de eindeloze stroom berichten en meningen en getetter zie je dat het belangrijk is op te passen om niet te veel te eten. Kwestie van de kilo’s, die er nu gemakkelijker zouden bijkomen. Ook dat nog. Maar als het helpt om te garanderen dat mevrouwen in de winkel blijven zwaaien naar jou, waarom niet?

Ooit, in vroegere tijden, heb je jezelf een enigszins ontwikkelde vorm van discipline aangeleerd. Die zorgt vooral voor blikken van meewarig mededogen bij mensen die ongetwijfeld wel flitsend in het leven staan. Alle anderen dus. Kan echter ook handig zijn. Normaal eet je elke middag exact evenveel boterhammetjes. (Ook in het kader van de universele saaiheid.) In navolging van het vorig punt spreek je af dat je dat aantal zult verminderen in tijden van binnenhuisblijven. Er ontstaat een korte innerlijke dialoog, maar het voorstel wordt snel aanvaard.

Het jongetje dartelt al klappend over het plein. Hij komt helemaal tot bij jou aan het terras gelopen. Op zijn sokken.

Sommige dagen is het verlangen naar nabijheid groter dan andere. De mensen die je lief zijn, ze lijken zo ver weg.

Net op zo’n dag komt je maatje met zijn vrouw en de hond aanbellen. Je was al niet meer gewend aan het geluid van de deurbel. Je terras is uitermate geschikt voor een afstandsgesprek. Zij op enkele meters, jij eigenlijk nog binnen. Je bent zo blij hem te zien. (Je doet je best om het niet te erg te laten merken.)

Het is goed om ook het verdriet gewoon een plekje te geven. Je deed dat al. Je leest het ook in het boeddhistisch advies dat je krijgt.

Het aanrecht ligt vol met de boodschappen. Om een of andere reden blijven die daar altijd enkele uren liggen, tot je ’s avonds aan het eten begint. Zoals wanneer je een nieuw hemd koopt op zo. Dat blijft dan nog dagen op je stoel liggen. Er moet daar een dieptepsychologische verklaring voor zijn. Ongetwijfeld. Het moeilijke bij het wegleggen van de boodschappen is de kom waar al het fruit in zit. De sinaasappelen, de appels en de peren voor de hele week. Het is een hele kunst om die allemaal zo te stapelen dat er niets afvalt. (Wat dus weer niet lukt.)

Een groot verdriet is een trouwe reisgezel. Soms houdt die wat meer afstand, soms niet. Maar het is wel fijn als je elkaar zo goed kent.

Het is wel lekker fietsen als er zo’n stevige tegenwind is.

Je bestelt een plaat – een cd eigenlijk, maar voor jou is dat ook een plaat – bij je vaste platenwinkel. Je zegt dat je die zult komen ophalen wanneer het weer mag. Wat wel een fijn vooruitzicht is. Een nieuwe versie van de Johannes Passion.

Je stelt vast dat je ook de duur van de buikspieroefeningen die je doet in bed voor je gaat slapen hebt verlengd. Zodat je dat nadien zult kunnen vertellen aan je kinesiste, zodra je weer naar haar mag gaan.

Stel dat de hemel zou bestaan. En stel dat je dan aan de poort de vraag krijgt of je wel genoeg inspanningen hebt geleverd in het kader van de zelfopvoeding. Dan moet je toch iets kunnen zeggen? (Alle anderen mogen zo de hemel binnen, ongetwijfeld.)

Om een of andere reden was het alsof dat middagdutje nog niet echt mocht of zo.

Je hoort de cellosuites. Je denkt terug aan het concert. De cellist schreef jouw naam in het CD-doosje.

Je herinnert je nog die ene keer toen je ook na een concert aan de muzikante ging vragen om iets op de CD te schrijven die je net gekocht had. Hoe je haar moest uitleggen hoe je jouw voornaam moet uitspreken.

Om maar te zeggen dat het niet moeilijk is om je ogen te sluiten en te denken aan een concertzaal en aan wat het met je doet om daar te zitten. Hoe je lichaam verandert, zodra de muziek begint.

Geen opmerkingen: