22 maart 2020

Gedachten 5

Het heeft wel iets, zo’n gezamenlijke meditatie vanop afstand. Je stelt vast dat je bureaustoel ook een goede meditatiestoel kan zijn.

Kijken naar wat is.

De speciale activiteiten die waren voorzien op deze herdenkingsdag zijn ook online gegaan. Een minuut lang in iemands ogen kijken via je scherm, het is ook indringend. En dan die Cirkel. Met meer dan tachtig mensen. Je kijkt naar alle gezichten. Je kent er enkele van. Na de algemene inleiding kom je in een kleinere groep terecht. Verhalen worden gedeeld. Hoe mensen de voorbije dagen hebben beleefd. Het zijn mooie verhalen. Je probeert iets te vertellen over een oefening in kijken naar wat is. (Je bent nog steeds niet helemaal gewend aan je eigen hoofd op zo'n scherm. De weerkaatsing van de zon in het raam aan de overkant zorgt ervoor dat je ineens bijna een halo lijkt. Je draait het gordijntje naar beneden, waardoor je zelf terug op de aarde komt.)

Dankbaar.

Aangezien de poetsmeneer van de algemene delen niet meer komt – tot zo lang het duurt – ga je elke week de hal schoonmaken. De klinken doe je elke dag al. Je merkt dat je haltechniek nog kan verfijnd worden. (Niet dat het een nieuw projectje is natuurlijk.)

Het jongetje loopt nog steeds op zijn sokken.

Bij het schoonmaken in huis stel je een merkwaardig soort verlangen vast. Om een of andere reden zou het fijn dat bij het schoonmaken de kamers ineens meters groter zouden worden waardoor alle meubels ineens heel ver uit elkaar zouden staan, zodat je overal vlotjes bij zou kunnen. Geheel verdwijnen, waardoor je eigenlijk gewoon een strakke lege vloer zou hebben, zou nog handiger zijn. Niet dat jij daar eigenlijk last van hebt, gezien je geheel atletisch en van rubber bent. Maar je kunt je voorstellen dat mannen van 55 jaar die ook nog een slechte rug hebben en brede schouders zich met hun hoekige lijf in allerlei ingewikkelde bochten moeten wringen. Wat pijnlijk kan zijn. Voor hen.

Die heel sterke mosterd uit Gent. En dan het lepeltje mogen aflikken. Mmm.

Je leest het bij een dierbare vriendin. Je hoorde het ook van enkele mensen op het scherm. Het verlangen en de verwachting die ze hadden dat er een soort traagheid of rust over hen zou komen. Terwijl ze zich vooral opgejaagd voelen.

Het is goed, denk je, dat je nu in dit huis woont, en niet in het oude. De muren zorgen voor een andere nacht.

Luka Bloom die staat te zingen. Een heel concert vanuit een winkel, The Aloe Tree. Hij vraagt dat mensen die luisteren zeggen van waar ze luisteren. Allerlei hoeken van de wereld. Mooi.

Je denkt aan de concerten die je van hem zag.

Een oefening in kijken naar wat is. Kijken naar hoe je lichaam reageert. Het woord oefenen heeft veel voordelen. Dat hebben die boeddhisten wel goed bekeken.

Je bent meer thuis nu, en toch lijkt het moeilijker om alle kranten gelezen te krijgen. (Er is nog werk aan dat oefenen.)

Je kijkt naar filmpjes. Mensen dansen. Ze hebben zo weinig mogelijk kleren aan. Ze raken elkaar aan, duwen elkaar weg, cirkelen om elkaar heen, ze dragen elkaar, ze verliezen elkaar. Misschien weten ze ook niet goed of ze zich wel willen verzoenen met de zwaartekracht. Je ziet trage handen. De beelden blijven bij je. Zijn ze nu daar, of hier? Zullen ze altijd daar zijn?

Misschien is er een dans die gewoon in je wacht.

Het meisje in het journaal dat trots staat te blinken bij de toren van potjes die ze heeft gemaakt. En dat het toch leuker is om dat te doen in het uniformpje van de jeugdbeweging. Die blinkende ogen.

My Sunny Sailor Boy.

Geen opmerkingen: