25 maart 2020

Gedachten 8

Lange gesprekken. Ver. Dichtbij.

En wat je leert over jezelf.

Een goede vergadering. Hoofden die naar elkaar kijken.

Tot ziens Justine. Want welke weg ik kies, hij leidt naar hier.

Die zin, in dat liedje. Telkens weer. Het is alsof die zin iets opent in je huid. Je zag de zanger al enkele keren bezig. Je wachtte op die zin.

Soms ben je bang voor je huid. De woorden in je huid waren bijna klaar om gelezen te worden. Misschien trekken ze zich nu terug.

Het is eigenlijk natuurlijk volstrekt onaanvaardbaar dat mensen zomaar traag aan het fietsen zijn, net op het moment dat jij bezig bent met je dagelijkse halfuurtje (snel) fietsen. Net die ene fietser die je op je hele rit tegenkomt denkt zomaar dat hij gewoon traag mag fietsen. Alsof we alle tijd en plaats zouden hebben voor slenterfietsen. (Er is elke dag nog werk aan de zelfopvoeding.)

Er zijn mensen die zeggen dat jij in het gewone leven ook snel fietst. Er zijn zelfs mensen die zeggen dat je snel stapt. Het is een raadsel.

Je kreeg een vergaderverzoek om virtueel te vergaderen. Met een ander platform. (Lichte inlogstress.) Je begint dapper de stappen te doorlopen, die zogenaamd heel duidelijk zijn. Je moet je account invullen en het paswoord toevoegen. Iets blokkeert. Iets verloopt niet volgens de regels van dat universum. (Enigszins toenemende inlogstress.) Er is een of andere fout door een verkeerde of ontbrekende verificatie. De waarheid van die verificatie ken je niet. (Je hoopt een seconde lang dat gewoon weglopen ook wel zal helpen. Wat dus niet zo is.) Je roept een hulplijn in. De conclusie is dat je moet proberen in te loggen met een andere account. (Inlogstress voor gevorderden. Eigenlijk haat je al dat gedoe met accounts en ingewikkelde wachtwoorden en letters die op de meest onmogelijke manier zijn weergegeven en die je toch juist moet kunnen lezen om te bewijzen dat je geen robot bent. De lichte totale angst – drie seconden – dat je hele computer in een zwart gat zal verdwijnen, waardoor je volledig op drift in de wereld zult vergaan.) Je spreekt jezelf streng toe. JE KUNT DIT, HET KOMT GOED. Zeven opfloepende schermen verder en na het ingeven van een veilig doch spiritueel paswoord is het dus gelukt, blijkbaar. Sommige dingen zijn officieel gemaakt om ons het leven gemakkelijk te maken. Zegt men.

In dat ene platform beweeg je je ondertussen als een vis in het water. Misschien komt het dus toch nog goed.

Je stelt vast dat die stapel boeken er nog steeds ligt.

Net terwijl je videovergadering begint, gaat de deurbel. De wijkagent komt iets vragen over de buurvrouw.

En weer zo’n ingewikkelde droom.

Je bent dan toch maar begonnen aan die serie die je al lang aan het opsparen was.

Er is één persoon die moet oversteken aan het zebrapad. Hij doet het een beetje traag, waardoor het halfweg al rood wordt. Er is één auto die aan komt rijden, en dus toch een heel klein beetje moet vertragen. De auto stopt een beetje verder, ter hoogte van die jongen, en begint hevig te toeteren. Hevige gebaren van binnen naar buiten. De twee patsers in die auto hopen waarschijnlijk later president van de VS te worden.

Gelukkig hebben sommige mensen echte problemen.

Je denkt aan iemand.

Je huid is droog. Je bent niet de enige, hoor je.

Het ramenwasmoment nadert. Stel je vast als de zon in de juiste stand staat. (Gewoon weglopen zal andermaal niet helpen.)

Geen opmerkingen: