04 januari 2007

Het lot


Vandaag lees ik een vrij schokkend bericht in de krant. Uit een onderzoek van het Britse Cancer Research UK blijkt dat een zeer groot deel van de Britten ervan overtuigd is dat enkel het lot zou bepalen of ze al dan niet getroffen zullen worden door kanker.

Als ik zoiets lees, moet ik even de krant wegleggen om eens intern te vloeken. (Je mag je medetreinreizigers niet zomaar opschrikken met een vloek natuurlijk.) Het maakt me echt kwaad en onrustig. Soms vraag ik me af wat sommige mensen nog meer nodig hebben…

De resultaten zijn voor een deel te verklaren door een soort veredeld vluchtgedrag. Zo blijkt dat rokers meer geloven in het noodlot dan niet-rokers. Ja, dat zal wel. Bij hen is er van het lot nu net minder sprake dan bij anderen.

Misschien heb ik een klein beetje ervaring door mijn eigen kankerverleden en door de mensen die ik om mij heen zag sterven aan deze vreselijke ziekte. En ik weet wel zeker: voor je plezier moet je vooral geen kanker krijgen. Wat je kunt voorkomen, moet je ook vooral voorkomen. Als er een duidelijke externe oorzaak is, dan moet die aangepakt worden. En als het lot ermee gemoeid is, dan moet je mensen niet op een onverantwoorde manier op hun ‘verantwoordelijkheid’ wijzen.

De manier waarop er over verantwoordelijkheid wordt gesproken, in de ene of de andere richting, stoort me vaak geweldig. Zowat de helft van de kankergevallen heeft rechtstreeks te maken met levensstijl. Minder roken, gezond eten, voldoende bewegen, we weten het allemaal. In die gevallen moet je niet te veel zeuren over het lot, als je zelf mee kunt bepalen of je kanker zou kunnen krijgen of niet.

Ik ben het eigenlijk ook niet eens met mensen die altijd zeggen dat hun leven enkel van hen alleen is, en dat ze er dus mee kunnen doen wat ze willen. Je bent nooit helemaal van jezelf alleen. Iedereen die ooit kanker had, zal waarschijnlijk ook hebben ervaren hoe moeilijk het is te voelen hoe je andere mensen verdriet doet door je ziekte die mogelijk levensbedreigend kan zijn.
Als het over roken gaat, is er ook nog de verantwoordelijkheid tegenover andere mensen die de rook inademen. Ik wil best aanvaarden dat mensen b.v. na het eten deugd kunnen hebben aan het roken. Het sociaal ritueel dat daarbij hoort, zal zeker zijn waarde hebben. Ik heb ook respect voor hoe moeilijk het moet zijn om te stoppen met de verslaving aan de hard drugs die een sigaret kan zijn. Maar daarom hoeven mensen nog niet verplicht te worden om in de rook van anderen te zitten. Het blijft ook moeilijk voor mij om te zien hoe mensen die andere mensen in hun omgeving zagen sterven aan kanker door het roken gewoon door kunnen blijven gaan, in de hoop dat ‘het lot’ hen niet zal treffen.

Aan de andere kant van het spectrum wordt er vaak dan weer op een erg onzorgvuldige manier over ‘verantwoordelijkheid’ gesproken. In de alternatieve geneeskunde wordt af en toe dan weer op een verkeerde manier de ‘schuld’ bij de patiënt zelf gelegd. Ook ik heb vragen bij de beperkingen van de klassieke geneeskunde, en de manier waarop je daar vaak vrij ‘mechanisch’ wordt bekeken. Ik begrijp heel goed dat mensen zich bij een complementaire geneeswijze vaak veel meer in heel hun persoon voelen aangesproken. Het zal zeker wel zo zijn dat daardoor de kracht van hun lichaam en geest toeneemt om met ziekte om te gaan. Ik geloof ook wel dat mensen die goed in hun lijf zitten, en gezond leven, een sterkere weerstand hebben tegen ziektes die hun lijf binnenkomen.

Maar dat wil nog niet zeggen dat meteen de oorzaak bij de patiënt zelf gelegd moet worden. Ook ik heb het een paar keer meegemaakt toen ik ziek was, dat mensen beginnen met allerlei verklaringen over te veel stress of een te druk leven en nog vanalles. De ziekte wordt dan bijna een metafoor. Het is niet iets dat je overkomt, maar iets dat op je weg moet komen of iets (horror!) waar je zelf voor ‘gekozen’ zou hebben. Ik heb er geen probleem mee om toe te geven dat de ervaring van kanker hebben in veel opzichten (nadien bekeken) mijn leven rijker heeft gemaakt. Een mens staat anders in het leven na zo’n ziekte. Je leeft intenser en dieper en besteedt meer aandacht aan de dingen die echt belangrijk zijn. Maar aan een verkeerd soort culpabilisering heb ik helemaal geen boodschap.

Wanneer je in het oog van de ziekte staat, dan is dat op dat moment je lot waarschijnlijk. Dan kun je alleen maar proberen erdoor te komen. Maar bij wat daaraan voorafging, speelt het lot niet altijd een rol. Wanneer je door een gezonde levensstijl kunt voorkomen dat je een of andere beschavingskanker krijgt, dan is het de moeite om dat te doen. Wanneer er een duidelijke externe factor is, b.v. blootstelling aan asbest, dan moet daar iets aan gebeuren, en dan moet die bron weggenomen worden. De oorzaak ligt dan niet bij de patiënt. Wanneer je kanker krijgt door een erfelijk genetisch defect, dan is het je lot, en dan heb je pech gehad. Niet meer en niet minder. In het ene geval te weinig aandacht richten op de individuele verantwoordelijkheid, en in het andere geval te zeer mensen verantwoordelijk maken voor wat hun overkomt, dat zal ons niet echt vooruithelpen in de strijd tegen deze vreselijke ziekte.

Geen opmerkingen: