Het nieuwe jaar is begonnen. Altijd geweldig, zo’n eerste januari. Vooral als je helemaal de deur niet uit moet. Gewoon een beetje rondhangen. De nieuwe agenda invullen. En nadenken over alle fantastische dingen die zouden moeten gebeuren. Want 2007 zal anders worden dan alle vorige jaren. Dat dat ook de verwachting was bij al die vorige jaren is nu even niet aan de orde…
Maar voor een nieuwjaarsdag komt natuurlijk altijd een oudejaarsnacht. En die was ook memorabel. Na een prachtige rustige avond met fijne gesprekken, lekker eten en lekkere wijn vertrok ik weer naar huis. Een nieuw jaar is altijd een aanleiding voor bijzondere ervaringen. En zo mocht ik kennismaken met een geheel nieuwe dimensie van het concept ‘nat geregend worden’.
En wat doet een mens die om half twee ’s nachts alleen langs het spoor en het kanaal in de regen fietst? Je begint een boeiend gesprek met jezelf. Om het allemaal wat sneller vooruit te laten gaan. Om gemakkelijk te beginnen had ik het over de positieve kanten van de situatie. Want je moet overal de goede dingen in zien. Dus hoe geweldig het wel was dat de storm toch nog erg meeviel waardoor het fietsen over het brede lege en blinkende fietspad zo smoothly kon verlopen. Dat bracht evenwel geen spontane pretuitbarsting tot stand.
Dan maar denken aan de goede voornemens. Zal ik eindelijk een goed mens worden in 2007? Bij de gedachte alleen al begon ik spontaan te wenen. Het water gutste uit mijn ogen (of was dat toch de regen?). Ik begon dan maar te denken – als vervolg op het tafelgesprek eerder die avond – aan alle fantastische dingen die ik niet geworden ben in mijn leven, en hoe geweldig dat is. Zo ben ik heel blij dat ik uiteindelijk toch geen supermodel, piloot van de space shuttle of CEO van Microsoft geworden ben. Maar meer in het bijzonder bedacht ik hoe geweldig het al bij al is dat ik geen wereldkampioen schansspringen geworden ben. Want dan moest ik opnieuw heel vroeg opstaan om te gaan springen in Garmisch-Partenkirchen. Wat een opluchting…
Ondertussen had het water zo ongeveer mijn skelet bereikt. Nieuwe strategie dan maar: een poging tot droge humor. Zo vertelde ik aan mezelf hoe ingenieus het hele idee ‘boot’ wel is. Handig toch dat zo’n ding mee omhoog stijgt als er meer water in het kanaal valt. Veel hielp het niet echt. Mijn sokken maakten allerlei zompige geluiden in mijn schoenen.
Eindelijk kwam ik de stad binnen gereden. Nog even en dan zou ik mij van alle natte kleren ontdaan nog even voor de televisie kunnen neerleggen. Ik hoopte niet te veel dronken mensen op straat tegen te komen. Die roepen altijd van die zogenaamd jolige dingen, en ik weet nooit wat terug te zeggen.
Bij het begin van de straat waaraan mijn straat grenst, stond een jonge vrouw midden op straat. Ze keek een beetje wanhopig voor zich uit. Ja ja, dacht ik, en zo meteen zal ze wel iets beginnen te roepen tegen mij. Ik fietste haar voorbij en inderdaad, ze begon allerlei dingen te roepen. Voor me zag ik opeens allerlei mensen en blauwe zwaailichten op het komende kruispunt. Ik draaide terug. Toen zag ik dat de vrouw eigenlijk een politieagente was. Oeps… Ze begon meteen weer te roepen tegen mij. Over wat ik wel dacht en zo. En dat er toch duidelijk op haar regenjas een identificatie te zien was. Ik had die eerlijk gezegd niet gezien. En ik kon haar ook moeilijk vertellen dat ik dacht dat ze een dronken nieuwjaar vierende maar licht verdwaalde persoon was die een grap wilde vertellen aan mij. Normaal zou ik natuurlijk op zo’n moment mijn verpletterende mannelijke charmes boven halen, maar ik zag er een beetje verzopen uit.
De agente was zelf ook zo uitgeregend dat er toch enig mededogen ontstond. Ik excuseerde me heel stilletjes en ze vertelde me wat er aan de hand was toen ik vroeg of er een ongeluk gebeurd was. Nee, er bleek een losgeslagen paard door onze straten te lopen. Even had ik nog verwacht dat spontaan de tonen van “Er staat een paard in de gang” zouden losbarsten, maar dat gebeurde niet. Ze raadde me aan om langs een omweg naar mijn straat te fietsen.
Met een klein hartje reed ik langs de andere kant mijn straat in. Ik heb het niet zo op loslopende paarden. Twee straten verder hoorde ik politiesirenes. Snel binnen, en de deur op slot, dat zou het paard wel buiten houden.
Terwijl ik mijn natte kleren uittrok, voelde ik me al schuldig over mijn slechte start van het jaar. Ik zag een paard door de stad lopen, waarschijnlijk opgeschrikt door dat klote vuurwerk, en een hoop natte politiemensen er achteraan.
Hierbij roep ik dan de politieagente – stel even dat ze Ellie heet – die me vannacht voorbij zag fietsen uit tot heldin van het jaar. En ik neem me voor om de eerste politieagente die ik nu tegenkom spontaan te gaan omhelzen. Ik zal haar zeggen hoe mooi ze wel is en haar dan vragen of ze namens mij een gelukkig nieuwjaar zou willen wensen aan Ellie.
Bij het ontbijt vanmorgen kreeg ik nog een verdwaald sms’je waarin iemand mij een jaar vol sex, drugs en rock-’n-roll toewenste. Met mijn eerste kop koffie van het jaar begon ik al aan het onderdeel drugs. Het wordt zeker een schitterend jaar…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten