11 januari 2007

Hout

Gisteren zag ik in een film hoe het hoofdpersonage aan een houten huis bouwde, en mooie planken op de balken van het dak aan het timmeren was. Soms zijn er momenten, totaal onverwacht, waarop je in een flits door een emotie overvallen wordt. Dit was er zo een. Het was een houtemotie.

Ik moest terugdenken aan mijn grootvader, die schrijnwerker was, en hoe hij in zijn ‘werkhuis’ met het hout bezig was. Ik herinner me de grote schaafmachine waar de planken in gingen. Grof erin, glad eruit. Ineens kon je de vlammen in het hout zien.

Hij keek langs de plank om te zien of ze recht was. Daarna kon er verder gewerkt worden. Het platte potlood, rood aan de buitenkant, werd gebruikt om aan te duiden wat waar moest gebeuren. Dat was eerst al getekend op een klein restje van een houten plaat. De laatste stukjes schaven gebeurde met de blokschaaf, die nauwkeurig werd ingesteld, met kleine tikjes met de hamer. En als er stukjes uit moesten met de beitel, dan kreunde hij altijd een beetje. Zagen deed hij met een mooie zaag, die hij vanboven moest aanspannen.

Tussendoor moest de houtkachel in het midden van de werkplaats worden bijgevuld. Dat gebeurde met restjes hout, allerlei kleine blokjes. Die mocht ik soms ook gebruiken om kleine dingetjes in elkaar te timmeren.

Dingen vastzetten deed hij grondig. Ik kan me niet voorstellen dat hij een stoel of tafel zou maken die je kon demonteren. Veeleer integendeel. Liever iets te veel lijm, naast de schroeven of nagels, dan te weinig. De restjes konden we nadien altijd nog wel verwijderen. Zijn tafels zijn dan ook gemaakt voor de eeuwigheid, niet uit elkaar te krijgen.

Af en toe mocht ik voor hem nagels halen, per gewicht. De grootte was in duim. En het zat in grote grijze verpakkingen, iets tussen een zak en een doos in. Kleinere nagels werden op de werktafel in kleine blikjes gedaan, zodat ze niet zouden wegrollen.

Hij maakte ook speelgoed voor mij. Een boot met een massieve onderkant. En een bijhorende ophaalbrug. Of een autogarage. Allemaal voorzien op spelen. Niet, zoals nu vaak, dat het speelgoed al stuk tegen het einde van het kinderfeestje.

Ik herinner me de vrachtwagen die de grote planken kwam brengen. En hoe ze werden binnengedragen. Het hout lag op de verdieping van het werkhuis. Om boven te komen moest je op een ladder. En dat was altijd een beetje akelig. In de hoek waar de ladder stond, kon je ook verf en borstels vinden. Borstels die al vaak gebruikt waren. Te snel nieuwe borstels kopen was niet echt zijn ding. En volgens mij gebruikte hij vooral ronde borstels, zoals de echten. Ik herinner me nog hoe ik als kleine jongen mee de veranda mocht helpen schilderen. Hij ging veel sneller.

Zijn bril was aan de oren een beetje losjes, zelfs wankel, maar dat gaf niet. Als hij weer een splinter in zijn duim had, zag ik hem zitten prutsen om die eruit te krijgen, met zijn hand bijna tegen zijn bril.

Ergens bij hem is mijn bescheiden liefde voor hout begonnen. Ik ben geen groot kenner. Ik voel graag aan hout. Mooi beukenhout, pitchpine die in de was staat, licht weerbarstig eikenhout, … Soms heb ik wel een beetje heimwee naar de schrijnwerker die ik nooit geworden ben. Ik droom er wel eens van, hoe het zou zijn als ik zelf een tafel zou kunnen maken. Ik zou even over mijn schouder kijken naar de generaties schrijnwerkers voor mij. En het zou goed zijn.

Sommige dingen blijven me fascineren. Waarom heb ik nooit gehouden van klauwhamers met een metalen steel en rubberen handvat? Waarom wilde ik altijd hamers met een houten steel? Waarom mis ik de schroevendraaiers met (alweer) een houten steel? En waarom heb ik, als ik eerlijk ben, schroeven met een kruis in altijd een beetje te ‘modern’ gevonden?

Tijdens die filmbeelden dacht ik even iets als: mag ik er gewoon bij komen staan? Ik zou ervan genieten, om daar te staan, en te kijken hoe het hele huis plank voor plank uit het niets zou komen. En dan de geur. Ik zou na een tijdje vragen of ik ook een stuk van de vloer zou mogen afwerken, plank per plank mooi passend leggen, en dan de nagels erin. Telkens met niet te veel slagen van de hamer. En dan aan het einde van de dag doen alsof ik toch een beetje een timmerman ben…

4 opmerkingen:

Frederika zei

Mijn grootmoeder kan elk moment sterven. Zachtjes ademt ze het leven uit. Waarom word ik daar verdrietig van? Waarom kan ik niet gewoon blij zijn omdat zij 92 jaar heeft geleefd en ik haar 38 jaar heb gekend? Omdat ik wil dat ze nog één keer verloren brood voor me maakt zoals alleen zij dat kan? Omdat ik nu al voel dat ik haar straks zal missen? Omdat ik nu niet alleen aan haar denk, maar aan hen die al gestorven zijn (sommigen heel oud, sommigen veel te jong) en aan hen die straks volgen (sommigen heel oud, sommigen veel te jong)? Omdat er niets lijkt te zijn tussen ‘er zijn’ en ‘er niet meer zijn’?

Waarom ik dit hier op deze blog neerschrijf? Omdat jij zoveel respect toont voor je grootouders, Jan. Respect voor het leven ook. En dankbaarheid, ontzettend veel dankbaarheid. Voor al wat geweest is en wat nog komen zal.

Frederika

Jan Mertens zei

Dankjewel Frederika voor wat je schrijft, het ontroert me heel erg. Ik denk dat je grootmoeder op een of andere manier heel goed voelt hoe dicht je bij haar bent. Is het een soort schemerzone, waar wie oud is en bijna gaat sterven op een of andere manier vraagt om losgelaten te worden? Misschien wel. Hoe je dat doet, uit liefde, is misschien ook een raadsel. Misschien is dat de plek tussen zijn er niet meer zijn. En in de rituelen die zullen blijven. En in het zonder schroom missen. Ik weet het ook allemaal niet zo goed. Maar weet wel zeker dat jouw grootmoeder bij jou nog lang zal leven Frederika, en dat is toch een van de mooiste dingen die een mens zichzelf kan wensen.

Frederika zei

Vanmorgen is mijn oma overleden. Vier dagen nog heeft ze zich aan het leven vastgeklampt.
In de schemerzone sprak ze alleen nog met haar ogen.
Grote vraagtekens wisselden af met kleine lichte fonkelingen.
Angst en vertwijfeling met liefdevolle dankbaarheid.
Ik kan alleen maar hopen
dat zij in mijn ogen heeft gezien wat ik haar nog wilde geven.

Frederika

Jan Mertens zei

Ik denk dat ze dat zeker gezien en gevoeld heeft Frederika. Ze zal jou dicht bij haar houden waar ze nu is. Ik zal vandaag veel aan jou en je grootmoeder denken.