17 januari 2007

Ril

Na een lange werkdag met het bekende ‘wat heb ik nu eigenlijk allemaal gedaan vandaag’-gevoel krijgt het treinverlangen een eigen invulling. Het heeft iets te maken met verdwijnen in de treinrit. Of misschien vooral het ritme ervan.

Het lichaam moet dan wel in een bepaalde plooi vallen. Als de vorige nacht, zoals vandaag, te kort was, wordt het overdag wat stijver en hoekiger. Het lijkt aan de verkeerde kant van een lijn te zitten, en je krijgt het er niet zomaar weer over. Dat situeert zich ergens aan het achterhoofd. Je zou willen, maar het kan niet. Er zit een soort tekortballast tussen.

Rug en nek, dat is nog een ander verhaal. Zeker als je een kromme versie ervan in je bezit hebt. Allerlei varianten zijn mogelijk. Plots opzij kijken, zeker ’s morgens, met een nek die ergens vast zit, kan leiden tot een kleine duizeling. Dan moet je even wachten. Tot de dingen weer terug komen. Het is vergelijkbaar met in een winkel iets zoeken onderaan de kast, en dan rechtstaan.

Soms kan het zeuren, ergens onderaan de rug. Het straalt uit, zo noemt men dat blijkbaar. Het is een woord waar ik altijd even over moet nadenken. In mijn rug heeft het ook iets met een soort ruglawaai te maken, zo voelt het toch.

Maar je kunt het soms ook zelf in andere zin proberen te beïnvloeden. Het gaat hier over de edele techniek van het opwekken van een rilling die de andere sensaties opheft en zelfs kan helen. Als kleine jongen maakte ik daar voor het eerst kennis mee toen ik in het koor zat. Met het zogeheten ‘knapenkoor’ moesten we zingen in de mis op zondag. Tussen de liederen door zaten we op een bank ergens achter het altaar. En op sommige momenten, waarschijnlijk tijdens de preek of zo, konden we daar toch redelijk lang blijven zitten. Als ik dan onbeweeglijk in een bepaalde houding bleef zitten, kwam ik in de pre-ril-fase. Op dat moment moest ik als het ware maar even met mijn kleine teen flapperen of er schoot een rilling door mijn hele lijf. Over mijn rug, en nek tot boven in de kruin. Op goede dagen kon ik dan via opeenvolgende teenbewegingen een golf creëren. Het was een geheime genotservaring in een licht sacrale omgeving, die werd afgebroken door het teken dat we weer naar voor moesten komen voor het volgend lied.

Sommige treinen hebben een groter rilopwekkend vermogen dan andere. Dan is het een kwestie van de juiste houding innemen, en wachten tot het komt. In andere gevallen moet een mens zijn toevlucht zoeken tot andere riltechnieken. Soms kan een mooi artikel in de krant, met net die woorden die je zou willen lezen, als een opstapje functioneren. De kunst zit dan in het innemen van de juiste leeshouding. Maar een te korte nacht of een oninteressante krant verhinderen soms een succesvolle afloop.

Dan kun je ook nog altijd gewoon wachten. Vandaag leek het alsof gewoon zo lang op de trein blijven zitten tot het moment daar was genoeg had kunnen zijn. Maar ik stapte toch maar uit. Probeerde me op andere dingen te concentreren dan mijn zeurend lichaam. Zoals de mooie handen van de vrouw die rechtstaand een artikel aan het lezen was over vervuiling in paling. Of het parfum dat voor mij uit waaierde toen ik de trappen afdaalde.

Soms kan een rilling je op een onbewaakt moment overvallen. Bijna thuis probeerde ik nog een laatste techniek die tijdens een beweging heilzame effecten kan hebben. Het gaat hier over het loslaten van de schouders. Daartoe is het toestaan van zwabberende armen wel nodig. En ineens, in de oude tunnel onder het spoor, zowaar een van minst romantische plekken denkbaar, kwam de verlossende rilling. Ergens van net onder het schouderblad. Daar waar een van de vele knopen in mijn wervelkolom zich bevindt. Subtiel zinderend kroop het omhoog naar het eerder genoemde achterhoofd.

Zo het station uitlopen, en denken: niemand ziet dit nu. Door het goed kiezen van het staptempo kan het effect gecontinueerd worden. Na enkele nachten te weinig slapen kan dat zelfs leiden tot een spontane kleine buiklach.

Het parfum van daarnet op de trap bewoog nu blijkbaar voor mij op het voetpad. Wat leidde tot een verdere fijnafstemming van het stapritme.

Goed zo. Het is toch een ander soort van thuiskomen. Enigszins gerepareerd.

6 opmerkingen:

katrien zei

Nog niet bezig aan een boek? Begin er dan maar aan!
Groetjes

Jan Mertens zei

Dankjewel Katrien voor je mooie commentaar. Aan een boek ben ik nog niet bezig. Al is het een mooie droom die misschien ooit wel eens in vervulling zal gaan.

Frederika zei

Ik ding alvast naar een gesigneerd exemplaar, kwestie van er snel bij te zijn.

Frederika

Jan Mertens zei

Komt in orde, ik zorg voor een mooi boek met handtekening.

Anoniem zei

Jan, toevallig kwam ik op je blog terecht. Wat heb jij een schitterende pen. Heel wat anders dan het verslag van het partijbestuur :)
Mocht je dit ooit in een boek publiceren dan wil ik ook een gesigneerd exemplaar!
Groene groeten

Lucien

Jan Mertens zei

Dankjewel Lucien, dat zijn dan al twee gesigneerde exemplaren... Het wordt nog gezellig.