02 februari 2007

Impressies

Bij het begin van februari verandert het licht. Ineens voel je het. ’s Morgens wachtend op het perron merk je dat het anders is. Je bent ergens aan de andere kant terechtgekomen. Met die verwachting stond ik deze morgen op, klaar om me helemaal over te geven aan het nieuwe februarigevoel.

Bij het opstaan moest ik nog nadenken over de droom waaruit ik was wakker geworden. In die droom was ik aan een mooie en grote Amerikaanse vrouw aan het uitleggen hoe je witloof moet klaarmaken. Ze sprak het met veel nadruk uit: witloof. Terwijl keek ze me diep aan. Sinds ik probeer af en toe te onthouden waarover ik droomde, kom ik steeds meer bij rare dromen uit. Witloof. Misschien moet ik ergens in een of ander droomduidingsboek gaan opzoeken wat de diepere zin van witloof is.

Om half acht reed ik gezwind naar de markt. Elke vrijdagmorgen ga ik daar een lading bioproducten kopen (groentes, kaas, brood). De lucht leek nog een beetje betrokken. Ik hoopte op een snelle doorbraak van de begin-februari-lucht. Onderweg hoorde ik ineens de wonderlijke klanken van vogeltjes door de straat. Gelukkig stond er niemand die me zou vragen om welke vogeltjes het hier ging. De straat was leeg, alleen ik en de vogeltjes, zalig…

Groentes dus. Waaronder natuurlijk witloof. Hoe je de stronkjes ook vastneemt, altijd is er dat speciale koude en een beetje ‘piepende’ gevoel. Moeilijk uit te leggen. Bij de kaas- en broodkraam weten ze altijd al wat ik zal vragen. Ik moet gewoon bevestigend ja zeggen. Soms vraag ik me af of ik me daarvoor misschien een beetje moet schamen. Zou ik niet veel avontuurlijker moeten zijn op het kaasfront? Ongetwijfeld. Het geeft niet.

Onderweg terug herinnerde ik me ineens dat ik de GFT-zak nog moest buitenzetten. Om die dicht te knopen is er zo’n dun oranje plastic touwtje bij. Het vraagt veel concentratie om niet net te hard aan dat touwtje te trekken. Vanmorgen ging het dus weer fout…

En ja hoor, tegen dat ik in de trein zat, was het februarilicht daar. Zo ineens. Schitterend. De treinreis bracht enige gemoedsrust in een kwestie die me de voorbije dagen bezighield. Met een zucht van verlichting las ik dat Van Dale ervan afziet een speciaal woordenboek te maken voor het christelijk (spreek uit als ch, niet k) basisonderwijs in het Nederlandse Staphorst. Op vraag van een aantal streng protestantse en behoorlijk wereldvreemde basisscholen wilde Van Dale een versie van het woordenboek maken waarin geen “schuttingtaal, vloeken, seksueel getinte en vulgaire woorden” zouden voorkomen. Uit de toelichting blijkt onder meer dat bij het woord geslachtsziekte de omschrijving “ziekte die wordt overgebracht door seks” had moeten vervangen worden door “ziekte die via de geslachtsorganen wordt overgebracht”. Volgens andere te schrappen woorden dacht ik alleen maar: jeetje, shit, gadver, gut, verdorie, … En de week was qua woordenboeken nog zo mooi begonnen. Al wie ooit Nederlands studeerde kent natuurlijk het in deze kringen wereldberoemde Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT). Dat is nu namelijk volledig online raadpleegbaar. Zodra ik het wist ging ik meteen naar de site, registreerde me, en wilde naar het woordenboek gaan. Wat bleek? Het ging niet. Er waren op dat moment, zondagochtend, reeds te veel mensen die wilden inloggen. Wat een zalig gevoel…

Door het raam van mijn werkplek in Brussel kijk ik uit op een straat in Anderlecht. Er valt altijd iets te beleven daar. Zodra het ook maar een beetje warm wordt, komen de Afrikanen buiten, openen een soort garagecafé en roepen en lachen dat het een lieve lust is. Even boeiend is het poetsgedrag van de overbuurvrouw. Ze is van het stevige type. Door het raam hangend kan ze instructies geven. Zo heeft ze me vorig jaar nog nuffige fips gegeven voor hoe ik de sneeuw voor ons kantoor moest ruimen. Volgens mij heeft ze een lichte poetsafwijking. Ik denk dat ze maar drie keer per dag haar hele huis poetst. Haar brave man moet daar steeds dapper in meedoen. Regelmatig klimt hij in het raam om het vensterglas schoon te maken. Ik kan het nooit aanzien hoe iemand in zo’n raamstijl staat, maar dat zal wel aan mij liggen. Maar vandaag had de overbuurvrouw blijkbaar een echte specialist ingehuurd. Met allerlei doekjes en spuitbusjes ging die de ramen te lijf. We hebben even geklokt en de poetstijd liep toch wel op tot bijna anderhalf uur per raam. Het betere werk dus. Ik hoop dat ze goed slaapt vannacht…

Het februarigevoel. Er staat onmiskenbaar vanalles te gebeuren de volgende maanden. Dat dachten de krokussen die ik gisteren zag ook al.

Geen opmerkingen: