01 februari 2007

De tijd uit elkaar


Soms zou je de tijd uit elkaar willen halen en in reepjes naast elkaar leggen. En het lijkt alsof dat verlangen groter wordt naarmate de tijd verder gaat, en ik dus ouder word. Je voelt het in je werk, en ook daarbuiten, hoe zoveel dingen tegelijk op je afkomen. Je zou ze allemaal goed willen doen. Maar de hele tijd moet je kiezen om het ene een beetje meer te doen, waardoor je het andere een beetje minder zult moeten doen.

Sjieke, en zichzelf heel belangrijk vindende mensen zeggen dan waarschijnlijk meteen dat je een beter time management zou moeten doen. Het zijn van die mensen die een kick krijgen van dure woorden en tabellen en zo denken dat ze controle hebben over de werkelijkheid. Zij doen aan ‘delegeren’, niet aan het gewone prutswerk van elke dag. Ze hebben er vaak ook allerlei elektronische apparaten voor, met 47 verschillende soorten bliepjes. Zonder zo’n apparaat lopen ze misschien al wel verloren in hun eigen huis. Maar misschien kunnen ze ook nog een apparaat kopen dat permanent alle andere apparaten kan opsporen.

Op zich krijg ik al koude rillingen van mensen die over hun eigen leven praten als was het een privébedrijf waarvan zij de CEO zijn. Om het toch even in hun termen te zeggen, ik manage me te pletter: mijn werk, mijn huishouden, mijn vrienden, mijn interesses en behoeften…

Te veel dingen tegelijk moeten doen kan leuk en opwindend zijn, maar is vaak ook een beetje verscheurend. Je weet dat je al die afzonderlijke dingen in je hebt, maar het kan niet. Je hebt x aantal taken die je moet af hebben tegen een bepaalde dag, en je zou die dingen graag allemaal volledig en netjes afwerken, zodat je trots kunt zijn op je werk. Als je dan toch maar wat langer doorwerkt, begin je weer in te boeten op de tijd die je zo graag had gehad om wat uitgebreider te koken of naar je vrienden te bellen. En dan ga je daar ook weer schuiven en passen. ’s Avonds ben je dan thuis en dan moet je weer kiezen: ofwel eindelijk die kamer een beetje opruimen, ofwel toch maar lekker in de zetel voor een eerste avond niet weg sinds zoveel dagen.

Steeds moet je kiezen. En soms wil ik helemaal niet meer moeten kiezen. Omdat ik zo goed voel wat er in principe binnen handbereik ligt. Teksten zitten in die categorie. Een tekst schrijven vraagt tijd. Soms wil je graag een meer diepgaande beschouwing maken over iets, en dan kan dat eigenlijk alleen door lang te wachten. Eerst bijna willekeurig maar vooral associatief een hoop dingen lezen. Die dingen dan telkens laten bezinken en gisten in je hoofd. Als je dan wacht, dan komen de ideeën die echt belangrijk zijn heel voorzichtig bovendrijven. En als je dan ook nog traag zou kunnen schrijven, dan zou de tekst waar je zo naar verlangde, en waarvan je wist dat hij gewoon in de lucht hing, voor je ogen oprijzen.

Voor praktische dingen is het niet zo anders. Stel dat je iets moet organiseren. Dan zou je zo graag alles netjes tot in de puntjes uitdenken en uitvoeren. Omdat je weet dat je al die dingen zou kunnen en dat het je gelukkig zou maken als het zo zou gaan.

En dan denk ik wel eens dat de tijd een groot blad is, waarop in kolommen naast elkaar alle dingen staan die je zou willen of moeten doen. En dan zou ik dat blad in reepjes willen scheuren, zodat je het ene kunt doen, zonder dat de tijd voor de andere dingen verder loopt. Misschien zou het leuk zijn als je tegelijk de tijd voor alle andere mensen stil kunt zetten. Alle mensen rondom jou blijven dan zolang jij het wilt muisstil staan of zitten. Na jouw vingerknip gaan ze weer verder waar ze eerder stilvielen.

Met mensen is het nog erger. Vroeger begreep ik niet zo goed hoe (vooral oudere) mensen urenlang naast elkaar konden zitten keuvelen en gewoon naar de lucht of de tuin kijken. Met veel stiltes, met herhalingen, en soms zelfs zonder onderwerp. Gewoon daar zijn en luisteren naar wat er komt. Nu lijkt er me een grote rust uit te gaan van het idee dat je dat zou kunnen.

Met alle mensen die je kent alle gesprekken die je met hen zou willen voeren volledig tot het einde voeren, wat zou dat geweldig zijn. Niet in je hoofd moeten selecteren wat er wel en niet te zeggen valt in de tijd die je samen zult zijn. En de hele tijd alles kunnen horen en zien wat er gebeurt. Niet met al die mensen samen – soms wel natuurlijk – maar gewoon volledige aandacht voor één persoon. En dan zonder enig oordeel kunnen kijken en luisteren, alsof je die ander voor het eerst zag. En weten dat je er helemaal kunt zijn voor die ander. Dat je desnoods even je eigen band kunt terugspoelen en opnieuw beginnen, tot je goed zit. Wat zou dat een luxe zijn…

Heel traag naar de tijd kijken die zo zou zijn, en niet sneller dan het eb en vloed van de zee, elk verhaal zichzelf laten zijn. Hoeveel levens zou je wel niet hebben?

Geen opmerkingen: