28 oktober 2006

Een tweede leven

Misschien word ik gewoon ouder. Misschien is mijn hoofd maar in staat tot een bepaalde mate van flexibiliteit. Dat kan ook. En toch probeer ik steeds met een open hoofd alle nieuwe kronkelingen van onze hypermoderne tijden te volgen. Zij het van op een grote afstand vaak.

Zo las ik deze week in de krant een artikel over een virtuele wereld die bestaat op het internet. Het ding heeft als naam Second Life. Het is geen game of zo, maar letterlijk een virtuele wereld. Je kunt daar rondlopen en het leven leiden dat je zou willen leiden. Je maakt van jezelf een ‘avatar’, een soort virtuele tweede ik. Ben je lelijk of saai in het gewone leven, dan kun je daar een mooi en opwindend leven leiden.

Alles wordt door de gemeenschap van virtuele mensen daar (ondertussen al meer dan een miljoen) zelf gemaakt. Je kunt er huizen bouwen. Je kunt er naar feestjes gaan. Je kunt er een virtueel lief strikken. Problemen van ruimtelijke ordening zijn er niet. Als het land op is, maakt men gewoon een stuk bij. Het is eindeloos.

Als ik zoiets lees in de krant, dan ga ik snel wat meer informatie opzoeken. Zodat ik me er iets bij kan voorstellen. Ondertussen heb ik dus vernomen dat Second Life ook big business is. Als je bewoner bent, krijg je wekelijks een beetje zakgeld, en daar kun je dan allerlei economische transacties mee doen. Meer zelfs, je kunt dat virtueel geld omzetten in echte harde dollars. Echte bedrijven zijn actief op Second Life, b.v. om (virtuele) architectuur te verkopen. Echte politici laten zich interviewen op Second Life en echte muziekgroepen treden er virtueel op. Echte proffen geven les via Second Life. Therapeuten gebruiken deze virtuele wereld om b.v. autistische mensen te helpen. En zo gaat het maar door.

Man, man, man, wat moet ik daar allemaal mee? Het tolt in mijn hoofd en maakt me onrustig. Misschien moet ik wat beschouwende literatuur opzoeken over dit fenomeen. Ik ga dus zoeken en kom al snel op de virtuele encyclopedie Wikipedia bij allerlei achtergrondinformatie. Alleen al het lezen van een willekeurig artikel over Second Life maakt me nog duizeliger…

Als ik dit nu raar of beangstigend vind, ben ik dan een ouwe zak? Ik las onlangs een artikel over het fenomeen ‘fantaseren’. Er was onderzocht hoe vaak mensen per dag fantaseren, en waarover. Het onderwerp ‘een ander leven’ kwam daarbij vaak aan bod. En daar kan ik me iets bij voorstellen. Ik ben overigens een grote voorstander van fantasie. Het stimuleren en koesteren van de verwondering over wat is en wat zou kunnen zijn kan niet genoeg bejubeld worden. Omdat het creatief is, en steeds een laagje mooi glimmende en lekker ruikende boenwas over de werkelijkheid legt.

Maar moet zo’n tweede leven ook op je computer? Brrrr… Ik hou van de open verwondering die het lezen van een boek is. Terwijl je leest word je zoveel uur meegenomen in een wereld die alleen ergens tussen jou en dat boek bestaat. Als je de film ziet van het boek, valt dat meestal al tegen. Ik hou van het meegezogen worden in een film, in de bioscoop of thuis in de zetel. Maar ik wil vooral geen interactie met die film. Na de film wil ik buitenwandelen, of thuis even een boterham halen en een ander programma opzetten. En zelfs als ik naar een foto kijk, is er nog steeds oneindig veel ruimte voor allerlei werkelijkheden en verhalen die rond dat ene beeld cirkelen.

Als je met anderen praat over de dromen in je hoofd en ze daarna zelfs in de praktijk probeert om te zetten, dan bots je meteen op de weerspannige korreligheid van de werkelijkheid. De andere is fysiek aanwezig, praat met een stem die niet altijd mooi klinkt, ruikt soms lekker en soms niet, is wel of niet uitgeslapen. De ander is even incoherent als jij bent. Alleen in het verhaal dat zij of hij over zichzelf vertelt ontstaat er iets van een min of meer samenhangende identiteit. Het is dus een rommeltje. En gelukkig maar.

Er bestaan heel veel tweede levens in mijn hoofd. Maar je zult mij voorlopig niet zien op Second Life. Dat idee maakt me toch al weer een beetje rustiger… Gewoon elke dag een beetje dromen, en het wonder opzoeken in de onvolmaakte dingen rondom mij is al meer dan genoeg. In mijn dromen is er geen munteenheid. Er zijn geen aparte websites in mijn hoofd waar mijn hersenspinsels van die dag te koop worden aangeboden. En niemand zal zien hoe ik er die dag in mijn hoofd uit zie, tenzij ik het probeer te vertellen. In dat geval is er de soms zo ontregelende maar tegelijk troostende onvolmaaktheid van de woorden die tussen ons staat. In de afstand tot de woorden beweegt het echte leven. In het zoeken, en altijd een beetje vinden.

De kleinste glinstering van een oog, de minuscuulste aarzeling in een stem, de gradaties van tijd die in de huid van een hand rusten, ze lijken mij allemaal zo oneindig veel boeiender. Daarmee omgaan is al moeilijk genoeg. Het is vol falen. Ik bedenk ineens dat die vorm van falen nooit kan bestaan in Second Life. Ik hou van falen, sinds vandaag weet ik het wel zeker.

Geen opmerkingen: