21 oktober 2006

The Sea


Het boek The Sea van John Banville moet je traag lezen. Wie snel vooruit wil gaan, wordt tegengehouden door een grote hoeveelheid woorden, die je als zwaar geworden kleren in het water trekken. Als je trager leest, kom je in het ritme van het boek. De telkens omtrekkende bewegingen die de vele beschrijvingen rond elke gebeurtenis maken creëren een werkelijkheid die op zich een plek is. Een zinvolle plek. Misschien wel het enige wat zinvol kan zijn in een tekortschietend leven.

De hoofdfiguur van het boek is Max Morden, een kunsthistoricus die terugkeert naar een plaatsje aan zee. Max heeft net zijn vrouw verloren aan kanker. Daar, aan de rand van het water, hoopt hij iets te vinden, hoewel het niet zo duidelijk is wat dat kan zijn. Als kind bracht hij een vakantie door op dezelfde plek. Hij wil voelen hoe de dingen er nu uit zien en denkt terug aan de ontmoeting met de familie Grace, die toen een grote indruk op hem maakte. Hij voelt zich aangetrokken tot de moeder van het gezin, en ontwikkelt een soort vriendschap met de tweeling Chloe en Myles. Het is uiteindelijk Chloe die hem inwijdt in iets wat liefde zou kunnen zijn, maar dat voor hem vervreemdend en ook confronterend blijkt.

Max is een toeschouwer van de dingen die in het leven gebeuren. Hij is er steeds niet helemaal bij, lijkt nooit zelf greep te krijgen op de dingen, blijft gevangen in zichzelf. Dat voel je in het verhaal van zijn vrouw. De ziekte lijkt hen te overvallen. Ze houden het zo lang mogelijk stil voor hun dochter. Daardoor is ook de tijd voorbij. In de beschrijving van haar ziekte en dood voel je veel afstand, maar geen cynisme. Wel veel ingehouden onvermogen. Onvermogen is ook wat de relatie tot zijn dochter kenmerkt. Hij poogt haar dichter in zijn leven te halen, maar dat lukt niet echt.

Aan zee verblijft hij in een pension dat wordt gerund door Miss Vavasour en waar ook The Colonel rondhangt. Max beweegt zich door zijn herinneringen en vlucht regelmatig in de drank. Naarmate hij de gebeurtenissen van zijn jeugd kan reconstrueren, wordt duidelijk dat hij zich als kind volledig heeft vergist in zijn interpretatie van de dingen die hij zag. De dramatische afloop van wat toen gebeurde en zijn herinneringen aan alles komen ineens in een ander daglicht te staan.

Het hoofdpersonage lijkt machteloos tegenover het leven, en het kijken naar de dingen die gebeuren in dat leven. Zelf een sturende rol spelen lijkt onmogelijk. Ook als kunsthistoricus voelt hij dat hij eigenlijk weinig of niets van belang te zeggen heeft over het onderwerp waarover hij een boek schrijft.

De uitgebreide en nauwkeurige manier waarop de herinneringen worden gereconstrueerd zou wel eens het enige verweer kunnen zijn. In het begin van het boek vraag je je af hoe iemand zijn eigen herinneringen van 50 jaar geleden zo nauwkeurig zou kunnen herhalen. Na een tijdje besef je dat dat meer een constructie dan een reconstructie is.

Doorheen dit alles is er natuurlijk ook nog de zee. Die lijkt wel een alles overheersend personage in dit verhaal. Aanwezig, zelfbewust en niet te kennen. Meer dan een soort passief decor is de zee een soort actieve werkelijkheid die afstraalt op de vergeefsheid van het leven van Max Morden. Er lijkt een soort medeplichtigheid tussen de tweeling Chloe en Myles en de zee. Wie verantwoordelijk is voor de tragische afloop van het verhaal, en of het hier echt wel om een tragische gebeurtenis gaat, blijft in het ongewisse.

The Sea is geen gemakkelijk boek. Het is een beetje weerbarstig en laat zich niet zomaar kennen. Het is geschreven in een schitterend Engels. Veeleer vol van woorden dan vloeiend. Doorheen die woorden kijk je naar een werkelijkheid, die steeds een beetje onkenbaar blijft. Of zijn de woorden het enig werkelijke?

Geen opmerkingen: