02 oktober 2006

Ongeduld

In het kader van mijn oefeningen in zen zou ik het allemaal door me heen moeten kunnen laten stromen. En er zijn zelfs momenten dat dat ook lukt. En toch. Ik blijf ermee worstelen. Af en toe ben ik niet goed in ongeduld. Ongeduld door verontwaardiging.

Ik hoorde het nog vorige week: “Die groenen zijn wel sympathiek en zo, maar hun voorstellen zijn niet realistisch.” Dat je dat moet horen uit de mond van iemand die zichzelf progressief noemt, is op zich al merkwaardig.

Natuurlijk ben ik getraind in dat soort opmerkingen. Ik hoor ze al 25 jaar. Maar eigenlijk heb ik er nog steeds grote moeite mee, met name met het woord ‘realistisch’. Wat wil dat woord nu eigenlijk zeggen?

Minder energie verbruiken, dat zou niet ‘realistisch’ zijn. Maar is het alternatief dat dan wel? In feite komt zo’n opmerking neer op: we zijn nu eenmaal gewend aan een manier van leven die zoveel en nog meer energie verbruikt, en een gewoonte veranderen is moeilijk, dus is de doelstelling niet realistisch. Iets gelijkaardigs gebeurde vorige week in het Europees Parlement. Omdat op te veel plaatsen de normen voor bescherming van burgers tegen gevaarlijk stof niet gehaald werden, werden dan maar de normen aangepast. Dat zou ‘realistischer’ zijn. Dit soort realisme heeft meer te maken met cynisme dan met een eerlijke kijk naar de stand der dingen.

“Jullie hebben natuurlijk gelijk, maar wat jullie voorstellen is gewoon niet haalbaar.” Nog zo een waar ik altijd heel hard over moet nadenken. Natuurlijk heb ik begrip voor het feit dat een verandering proberen te bewerkstelligen die tegen de stroom ingaat, niet gemakkelijk is. Ik weet ook dat mensen gewoontedieren zijn. Het is zeer moeilijk voor de mens om echt op lange termijn te denken en te handelen.

Maar als antwoord kan dat toch niet genoeg zijn? Want dan zou je je neerleggen bij de dingen. Klimaatverandering? Het zogenaamd realistische antwoord komt neer op: tja, het is erg en zo, en we weten dat we eigenlijk boven onze stand leven, maar dat moeten anderen later maar oplossen. Haalbaar wil hier zeggen: wij willen onze ecologische gulzigheid niet in vraag stellen, de toekomst kan ons gestolen worden.

Het gangbare realisme is een soort tunnelvisie. En inderdaad, als je alleen naar het hier en nu kijkt, naar wat mensen hier en nu allemaal zouden willen, dan is er waarschijnlijk geen verandering mogelijk. Maar dan is de consequentie misschien ook dat we in volle bewustzijn keihard afstevenen op een ecologische catastrofe, omdat dat het enige ‘realistische’ was. Elke vezel van mijn lijf verzet zich tegen dat cynisme…

Proberen even uit die tunnel te komen, dat zou mijn soort realisme zijn. Ik probeer me soms voor te stellen hoe onze kinderen binnen 25 jaar zullen terugkijken naar de dingen die we nu doen. Naar de gemiste kansen om de dingen ten goede te keren. Ze liggen nochtans voor het rapen. Je moet alleen durven kiezen voor een realisme van een andere orde. Vaclav Havel had het ooit over de poging om ‘in waarheid te leven’. Daar is grotere moed voor nodig dan voor het cynisme dat de toekomst al heeft opgegeven.

Geen opmerkingen: