17 oktober 2006

Onontgonnen


Deze week maakte de WWF bekend dat in Papoe-Nieuw-Guinea nieuwe tot nog toe onbekende orchideeën zijn ontdekt. Een mooie gedachte, die me tegelijk een beetje droef maakt.

Het idee dat er toch nog soorten zijn die we niet kennen is mooi. De voorbije tientallen jaren is de soortenrijkdom spectaculair afgenomen. En dat door menselijke invloed. De mens zaagt zo stilaan de tak af waar hij of zij zelf op zit.

Het is tegelijk droef dat deze ontdekking misschien niet meer is dan een druppel op een hete plaat. Er zijn nog veel soorten die misschien al zullen verdwenen zijn nog voor ze ontdekt zijn. Zo goed als zeker zijn er nog oneindig veel nuttige planten goed verborgen in de stilaan verdwijnende tropische bossen. Ze bevatten waarschijnlijk stoffen die een antwoord zouden kunnen bieden op allerlei vreselijke ziektes. En door het snelle verdwijnen van de laatste groene longen zullen we het nooit weten.

Maar eigenlijk ben ik een beetje droevig omdat die orchideeën ontdekt zijn. Het idee ‘nieuwe orchidee’ vind ik op zich al erg ingewikkeld. Hoe kan zo’n bloem nu ‘nieuw’ zijn? Blijkbaar hebben we het idee dat iets er pas is als het gezien is door de mens. En meer nog als het een naam heeft gekregen. Ik vraag me dat al lang af. Hoe voelt een plant zich met de naam die hij gekregen heeft? Of beter nog: hoe voelde de orchidee zich voor ze ‘ontdekt’ was? Had de orchidee een identiteitsgevoel? Of kwam dat er pas nadat de mens er een naam aan had gegeven?

De drang van de mens om zelfs de laatste vierkante centimeter van de planeet te willen ontdekken, en dus ontginnen, maakt me triest. Waarom mogen die orchideeën er niet gewoon voor zichzelf zijn? En daar dan ook gewoon blijven? Zonder een door de mens gegeven naam? Waarom is het zo moeilijk ermee te leven dat er nog veel soorten en plekken zijn die we niet kennen? Waarom moet alles een bestemming hebben, of moet alles in kaart gebracht zijn? Wat een mooie gedachte is het dat we zoveel dingen niet weten. Hoe fascinerend kan het zijn te weten dat er nog planten en dieren zijn met een oneindige schoonheid, die we nooit zullen zien? Tegenover al het mooie, ook dat wat we niet kennen, is een langzame bescheidenheid misschien wel de beste houding. Maar blijkbaar is dat een moeilijke gedachte.

Geen opmerkingen: