03 mei 2020

Gedachten 47

De dag beginnen met een fijn terrasgesprek. Het maakt je gelukkig.

Eerst even nog enkele leuke dingen doen en dan aan het poetsen beginnen. Eerst bij enkele planten de dorre takjes verwijderen. De geur van de ondertussen immense citroengeranium is overweldigend. De planten mogen even op het terras de zon voelen.

Poetsen met de oude jazzplaten.

Even ben je op andere plekken.

’s Middags verder in de kranten.

(De poetsrug kondigt zich al een beetje aan.)

Je spaart de boekenbijlage nog even op voor na het weekend. Uitstel van genot.

(Hoe lang zou je eigenlijk nog dagelijkse gedachten moeten hebben? Tot aan de winkels of tot aan de scholen? Zou het publiek daar ook inspraak in hebben?)

Je zou langer aan de tafel willen blijven zitten, maar de rug denkt daar anders over.

Onder het dekentje.

(Je durft niet uit te rekenen hoe lang het geleden is dat iemand jou nog aanraakte. Je andere zelf niet meegerekend.)

(Hoe zou je je daarop moeten voorbereiden? Wat zou je moeten zien in de ogen?)

Je valt even in een slaap.

Nog een terrasgesprek. Het is te kort. Maar het maakt je weer zo gelukkig.

(Zie je er zelf wel goed uit eigenlijk?)

Je had gehoopt verder te kunnen lezen in het verse boek, maar er zijn nog andere dingen te doen. (Het is alsof je een knop moet omzetten in je lichaam.)

(De poetsrug is er nog.)

De actrice in die film gisteren, die je al voor de derde keer of zo zag. In de krant las je dat ze om op te eten is in die film. Dat zou je nu wel niet doen, denk je. Een beetje stotteren en stamelen, dat zou het zowat zijn waarschijnlijk.

Bij het koken zijn specifieke competenties wel handig. Zo van die dingen waarbij er zoiets is van ‘hier openen’. Een dingetje, dat zich in de buurt van die hier zou moeten bevinden. Wanneer uitgevoerd zou dat dan moeten leiden tot een geheel spontaan en vloeiend zelfopenend proces. Niet dus. De mensen die echt goed kunnen koken, kunnen dat waarschijnlijk wel. Hoop je voor hen.

Iemand die op deze dag jarig is, vroeg je ooit of je op zondag nog steeds gebakken aardappeltjes eet. Ja dus.

(Tot hoe lang na het heropenen van de winkels zul je wachten om weer op zoek te gaan naar die lekkere pickles? Existentiële vraag.)

Het meisje blijft fietsen, telkens weer.

Qua rugpijn is je hele lijf één holistisch geheel. Ondertussen.

Misschien zonder rugpijn ook wel.

Ergens in de avond nog een trage dans. Om de week neer te leggen.

Die ochtend was je buiten op het terras bezig met de planten, in de zon. Je voelt het nu in je huid.

Je ziet gezichten door je heen bewegen, mensen die naar je toe komen.

(Hopelijk heeft die zinderende rug genoeg aan een nacht.)

De zee is er.

Geen opmerkingen: