08 mei 2020

Gedachten 52

De fado past bij dit moment.

Je zag die zangeres tweemaal in de schouwburg. Ze nam je telkens helemaal mee. (Even ben je weer daar, toen. Je hoort weer het allereerste lied van de avond.)

Je huid trilde.

De week kantelt een beetje.

Hard gewerkt, of zoiets.

Jouw invulling van het woord perspectief. Bob komt met een nieuwe plaat.

Het is fijn iets te maken dat er daarvoor nog niet was. Ook al zijn het enkel woorden op een rijtje.

De dingen die je verzamelt voor die tekst, elke week. Het is ook altijd even alsof je daar bent. Iets als net een trede hoger. Daar waar je net iets breder kunt ademen.
Je leest analyses, beschouwingen, voorstellen. Ze gaan ergens over.

(Het is volstrekt onbelangrijk voor de buitenwereld, maar je beseft weer dat het dezelfde adem is die je voelde toen je daar zat, in dat mooie parlement van Europa.)

Het heeft misschien ook met deze dag te maken.

Je slaat het nog een beetje op. De dag gaat verder.

Je krijgt een vraag. Je zult later antwoorden, zeg je al meteen. En in dat moment zie je iets. Er zijn mensen met een Wordhoofd en mensen met een Excelhoofd. Jij hebt geen Excelhoofd.

Een telefoon tussendoor, met een vriend die je ook al lang niet meer hoorde. (En weer heeft het iets met Europa te maken, besef je later.)

Het is een mooi ritueel, hoe je dat aan elkaar vraagt aan de telefoon. Weet jij hoe het met die gaat? Heb je nog iets gehoord van haar? Heb je hem nog gezien?
Zoals tellen of iedereen er nog steeds bij is.

De vermoeidheid komt ergens in de namiddag. Maar het ding moet af. Het is belangrijk dat je elke week weer die deadline haalt, om een of andere reden. (Misschien vooral voor die reacties die je kreeg van mensen die je dierbaar zijn. Misschien doe je het wel voor hen.)

Het is eigenlijk mooi, hoe je als die of die iets laat horen meteen ook een verhaal ziet. Je raakt het verhaal weer aan, het is er weer.

En soms weet je dat er nog een verhaal wacht. Soms zie je dat aan iemand, dat er een verhaal komt.

Eerst even de banden lekker hard zetten, en dan weer de fiets op.

De papa kijkt naar het kleine meisje met de wilde krullen op haar kleine fietsje. Leren bewegen in de grote wereld. Alles is nog open.

Iets maakt je rusteloos. Je twijfelt of je er wel of niet een bericht over zult sturen. Je doet het toch maar. Je krijgt ook al snel een antwoord terug. Het is wel goed, denk je, dat je het deed.

Het maakt je droef en rustig tegelijk. Het gewicht van de tijd voelen in een dag. De oorlog is voorbij. Je moet even kijken, even wachten, en dan zie je het. De lagen van de tijd. Het is een dieper ademen.

Je denkt aan dat beeld dat je las bij Armando. Het schuldig landschap.

(Het is een van die dromen in jou. Ze zijn te groot. Jouw Europa is nog altijd het Europa dat alleen daar kan zijn, een boom die je ontroert, die groeide in een schuldig landschap. Het is breed en diep ademen tegelijk, denk je. Misschien heb je het nodig. Je kunt er eigenlijk ook niet over vertellen zonder dat het gênant klinkt. Het is zo groot.)

Misschien moet je beseffen dat de oorlog nooit voorbij is om de vrede te zien.

Misschien hoort het allemaal gewoon bij deze dag. Het is goed het hoofd te buigen.

Hoe zou jij dat gedaan hebben, de tijd doorgeven aan je kinderen?

Carminho zingt nog steeds haar fado. Je zit in de zaal. Je ademt. In de tijd.

Geen opmerkingen: