24 april 2020

Gedachten 38

Je had je voorgenomen veel te doen. Of er was veel te doen, dat klinkt al iets anders. Het is eigenlijk ook wel gelukt allemaal.

Wat een luxe.

Soms, op sommige dagen, zijn er momenten. Het is dan alsof je lichaam nee zegt, zonder iets te zeggen. Het stropt een beetje op in zichzelf, vormeloos. Het lukt je niet om zinnen te maken of gedachten te vinden.

En ook dat gaat dan weer over.

Misschien is dat heen en weer iets van dit nu.

Al is het een ander heen en weer dan de eerste dagen, denk je.

Of misschien zijn we wel altijd heen en weer. Waarschijnlijk.

En als het ritme van de weken zich herhaalt, volgt er een zaterdag verdrietdag. Wat misschien ook iets is als die hevige dromen die we blijkbaar allemaal hebben.

Een lichaam herinnert.

(Het is overigens een hele geruststelling om te horen in het journaal dat de belangrijke Wetstraatjournalist aan de politici in de veiligheidsraad heeft gezegd dat het geen goed idee zou zijn om de grote persconferentie te organiseren tijdens de seizoensfinale van Thuis of Familie. Een beetje schuiven dus met die powerpoint. Alles komt goed, dus.)

En het voordeel van een deel van de zee zijn is dat je kunt kijken naar je getijden.

Die tekst die je nog moest schrijven. Het stukje. Je wist niet waar de tekst je heen zou leiden. De stroom.

Tussendoor kijk je soms in de verte. Hoe zou het met de meisjes zijn?

En tussendoor kijk je naar de landkaart in je hoofd. Waar wonen de mensen die je lief zijn? Een voor een kijken in je lichaam of ze er nog wel zijn.

En tussendoor kijk je naar het ritme van de dagen. De volgende dag is een weekenddag. Je ziet de lege plekken.

Dat ding gisteren in het nieuws. Dat je zelf naar je plekjes moet kijken op je huid. Je hebt veel plekjes. Je bent plekkerig (ook in andere opzichten). Het hoorde bij het ritme van de maanden, die jaarlijkse controle. Ook die is nu al uitgesteld naar augustus. De mevrouw die dat doet heeft een landkaart van jouw huid, met de plekjes. Enkele plekjes verdienen bijzondere aandacht. Een van die plekjes is op je rug. Je hebt dat al eens verteld aan die mevrouw, dat het nogal moeilijk is om elke dag naar een klein plekje op je rug te kijken. Misschien kunnen andere mensen dat wel, of hebben ze daar mensen voor, die op eenvoudige vraag, zo ergens na het middagdutje of zo, naar zo’n plekje kijken. In het nieuws zegt iemand dat je met allerlei spiegels nu zelf naar je plekjes moet kijken. Je zult er eens over nadenken.

De vorige keer had die mevrouw gezegd dat jouw huid er voor jouw leeftijd nog wel erg goed uitzag, eigenlijk. (Je hebt haar dus maar niets verteld over jouw losbandige en extreem wilde levensstijl. Ze zou jou ook ongetwijfeld geloofd hebben.)

Misschien zijn plekjes een vorm van kleurpoëzie. Geconcentreerde betekenis.

Verhalen, ze dienen zich zomaar aan. Ze wachten op ons.

Je denkt aan die leraar heel lang geleden in de tekenschool. Hij keek naar je handen, zei dat ze erg gaaf waren. (Ook toen al was je erg wild.)

Het zou kunnen dat er na ‘de’ grote communicatie nog veel getater zal zijn. Dat zal nog eindeloos doorgaan, vermoed je. Zou er wel genoeg stilte zijn voor de mensen die vandaag gestorven zijn, denk je.

Verhalen van niet weten zijn ook goed, denk je.

Er is veel stilte in niet weten.

Traag zeggen dat je het niet weet, hoe het zal gaan met de herinneringen, dat is goed.

Geen opmerkingen: